4. apr, 2017

Blauw blauw

Niet dat ik iets tegen kunst heb. Integendeel. Kunst kan je leven verrijken. Ik heb meer iets tegen kunstuitleggers. Zoals de familie Krabbé.

Enige vorm van ijdelheid is Jeroen, Jasper, Martijn, Tim -of God mag weten hoe ze allemaal nog verder heten- niet vreemd. Je kunt je kont niet keren of er staat er weer eentje op de televisie een boek, een show of een schilderij uit te leggen. Deze week legde Jasper in De Wereld Draait Door uit hoe wij het blauw van de beroemde schilder Yves Klein moeten zien. 

We zien een foto van een doek, met blauwe verf erop gekwast –tenminste, dat vermoed ik, want bij Klein weet je nooit wie of wat hij heeft gebruikt om verf op een doek te krijgen, zo legt Jasper ons met van passie vertrokken gezicht uit. Klein gebruikte zelfs vrouwen in plaats van kwasten. En hij gebruikte voor zijn ultramarijne blauw lapus lazuli uit afgelegen groeves in Afghanistan. Hartstikke zeldzaam en hartstikke duur natuurlijk.

Ik neem u graag mee naar het laatste deel van Jaspers blauwpraatje met Matthijs (altijd in voor passie) en zijn tafeldame (geen kwast). De letterlijke tekst. Denkt u het opgewonden toontje er zelf even bij? Kom er maar in, Jasper!

Jasper: ‘Als je je er voor openstelt, dan gebeurt er iets tussen jou en het schilderij. Eh, hij had het over gevoeligheden, hij prijsde ze allemaal verschillend, zodat het niet ging om de waarde ervan. Het ging om de ervaring van eh, ja, het moment. En helemaal op te gaan in de vrijheid van die kleur.'

Matthijs: ‘Die krankzinnige, intense kleur!’

Jasper: ‘En dat is, maar dat is…’

Tafeldame: ‘Ja, leg het eens goed uit!’ (lacht zich blauw)

Matthijs: ‘Ik ben geen kunsthistoricus, maar…’

Jasper: 'Nou ik ben ook geen kunsthistoricus, ik weet alleen dat ze die steen, dat lapus lazuli, vermalen en er zijn verschillende types, eh, de een nog duurder dan de ander, maar ’t allerfijnst gemalen reflecteert het licht op zo’n manier, dat je gewoon eigenlijk echt niet weet hoe diep het is. Het kan de zee zijn, het kan de lucht zijn en je kan erin verdwijnen. En hij is er uiteindelijk in verdwenen. Dat gevoel heb ik.’

Matthijs: ‘Dankjewel! Tot zover, tot morgen!’

 

 

22. mrt, 2017

Mens, erger je niet

Je kunt je ergeren, aan pedante politici, aan het feit dat de postbode niet langskomt, aan het waardeloze voorjaar. Aan wegopbrekingen, treinvertragingen. Of aan Turkse vlaggen.

Maar wat heb je eraan?  Voor je het weet zit je echt in de ellende. Want ergernissen beginnen op persoonlijk niveau. Internationaal  heten ze diplomatieke conflicten en worden ze bestraft met sancties. Daarna volgen polarisatie, escalatie en tenslotte geweld. Een oud liedje -en ik trap er niet meer in. Ik erger me sinds een week nergens meer aan. Echt nergens. Je moet klein beginnen. En ik kan het iedereen aanraden, het geeft zóveel rust.

Ik liep de eerste dag de deur uit en passeerde fluitend een ploegje renovatiebouwvakkers. Met de gettoblaster op een muurtje op volumestandje 10. Fijn voor die jongens, dacht ik alleen maar. Zo hoeven ze Hazes nooit te missen.

Bij de supermarkt stond ik in de rij achter een mens (m/v) (ik ga me niet ergeren aan sekseverschillen), dat uitgebreid zijn/haar boodschappen inpakte, daarna vroeg wat het kostte en vervolgens onderin zijn/haar boodschappentas zijn/haar portemonnee ging zoeken. Vroeger zou ik stampvoetend hebben gedacht: doe dat vast als je in de rij staat! Het enige wat je zeker weet is dat je straks moet afrekenen, muts (m/v)! Maar nu niet, ik glimlachte zelfs begripvol. Want door al dat ergeren gaat Nederland naar de verdommenis en dat wil ik niet. Gun iedereen zijn eigen leeftempo.

Toen ik zelf aan de beurt was, heb ik me ook niet geërgerd aan het betaalautomaatje. Dat  je nooit weet aan welke kant je pasje erin moet en waar het scherm zit voor je contactloos betaalmoment. Ik bleef rustig. Moet ie hier, in deze prachtige winkel, aan de zijkant, juffrouw, of aan de bovenkant? Oh, ik moet hier ook onder de 25 euro alsnog mijn pincode intoetsen? Graag! Dat scheelt u weer de kosten voor een nog moderner afrekenapparaatje. Wat blieft u? Had ik het fruit toch moeten afwegen eerst, ach, is dat weer veranderd? Ik ga het nog wel even doen.

Als je meer dan driehonderd Facebookvrienden hebt, moet je er elke dag wel eentje feliciteren. Want als je er eentje feliciteert, moet je alle anderen ook feliciteren. Anders krijg je scheve verjaardagsgezichten. Dus ik doe niemand meer. En niemand hoeft mij te feliciteren, nooit. Is dat niet prettig?

Je kunt je overal wel aan ergeren. Dat opeens iedereen ongekend zegt, bijvoorbeeld. Dat is ongekend. Het is niet meer oké, of cool. Zelfs niet meer awesome. Het is on-ge-kend. Nou en? Ik zeg het gewoon zelf ook. Ongekend, geloof me.

Op de televisie zit een uitknop, dus ik hoef me niet meer te ergeren aan héle ráre accénten, presentatoren die midden in zinnen stoppen- en dan verbaasd kijken-  aan sssslissers, of aan een talkshowhost die woorden inslikt, of aan uh-weerprofetes (m/v) die uh-dinsdag zeggen en uh-zeven graden. Of aan het feit dat er bij 'gezellige' praatprogramma’s op de achtergrond steevast iemand in pannen staat te roeren. Dat is de kok. Niks van zeggen. Zolang ik het niet hoef op te eten, mag dat. Of dat ze allemaal zich irriteren zeggen en als kok zijnde; en dat jij dan op je bank contaminatie! gaat zitten roepen. Niet doen. Ze beseffen het zich niet.

Of dat je je mobieltje op ‘voorspellende tekst’ hebt staan en je na iedere swipezin drie woorden in je tekstbericht moet veranderen, omdat dat anders een raadselachtige raketje vaag te doen.

Of de verkeersinformatie, die op je autoradio altijd vanuit het niets 30 decibel harder wordt doorgestuurd, waardoor je  verstijfd van schrik bijna-ongelukken veroorzaakt. Die leiden tot nieuwe files. Die dan weer even knetterhard worden doorgestuurd op je autoradio. Enzovoorts.

Daarom. Laat gaan. Laat toch gaan. Ik zit nu al een week volledig zen achter het stuur, moreel gepantserd en op mijn hoede voor elke schallende verkeersstem. En o ja, misleidende claxons in reclames, ook zoiets als je over een stille weg dommelt. Niet aan ergeren, het is maar reclame.  Dat zeg ik, het is heerlijk, zo’n ergernisvrij leven. Maar ja.

Ik ga er toch alweer mee stoppen. Echt, het kan niet. Mensen in mijn omgeving ergeren zich er dood aan.

17. mrt, 2017

Geen peil op te trekken

Ja, die peilingen. Brexit niet voorspeld, Trump niet voorspeld, vier jaar geleden er hier flink naast. Afgelopen woensdag weer niet gezien dat de VVD dertien zetels meer zou krijgen dan de eerstvolgende achtervolger. En tienerjessias Klaver zou weleens de grootste kunnen worden. Tja. De stem des volks is ondoorgrondelijk en kennelijk  moeizaam te peilen.

Maar wie zijn dat eigenlijk, die mensen die gepeild worden? Ik ben zelf nog nooit gepeild. En ik ken ook helemaal niemand die is gepeild, sterker nog: ik ken zelfs niemand die iemand kent die ooit is gepeild. Aan wie vragen ze dat toch steeds? Zijn het de vrienden van Maurice de Hond? Loopt hij familiepartijtjes af met een blocnootje vol vragen?

Op straat word ik onophoudelijk aangehouden door mensen die me iets willen vragen. Meestal om daarna me iets te kunnen verkopen. Niemand die me vraagt: wat gaat u stemmen?  Waar lopen die vragenstellers dan rond? Je ziet ze niet, je hoort ze niet. Trouwens, als ze mij wel hadden gevonden, hadden ze nog niks aan mij gehad. Mijn politieke voorkeur gaat niemand wat aan, net als mijn salaris, mijn seksleven, mijn drankgebruik en mijn verjaardagsdatum. Dat zoeken ze maar op, op mijn accounts op Facebook, Whatsapp, LinkedIn of Twitter.

Dus als ze mij al zouden vragen wat gaat u stemmen: dan zeg ik:  VVD. Of: SP. En dan stem ik PVV. Of CDA. Of Groen Links. Net waar ik zin in heb in dat hokje. Misschien maak ik Gekke Henkie wel rood of die zwarte kousenjongens of zo’n griezel van Kedenkedenk! We hebben, in tegenstelling tot sommige bananenrepublieken,  dat recht en dat wil ik graag zo houden. En wie zegt dat ik vandaag hetzelfde denk over politieke partijen als morgen? Ik zie het de enquêteur al opschrijven: zwevende kiezer.

En dan heb je ook nog de interpretatie. De vraag stellen is vaak de vraag beantwoorden. Dan vragen ze en ik geef een volstrekt willekeurig voorbeeld: wilt u meer of minder AOW? Ja, dan zeg ik -en met mij het hele rollator gedreven steunkousenelectoraat- geen nee. De volgende dag zit er dan  bij een talkshow een opiniepeiler met een uitgestreken gezicht zijn nieuws van de dag te ventileren: tienduizenden ouderen willen meer AOW. Echt waar, dat bleek uit eigen onderzoek.

Henk Krol speelt erop in en eist meer AOW. De oudere kiezer knikt en stemt op Henk. En Henk gaat het regelen. Mooie ronde cirkels.

Wat roepen die voorstanders van die bindende enquêtes nou nog? De bindende enquête bestaat al. Ze heet: opiniepeiling

26. feb, 2017

Matig manuscript

Uitgevers, echt, ik snap er niks van. Had ik een fucking geniaal en loeispannend manuscript voor een spionagethriller, wordt het afgewezen! Oordeel zelf, dit was de synopsis:

‘Op een nacht wordt een puisant rijke zakenman laveloos een buitenlandse nachtclub uitgedragen door leden van de nationale geheime dienst. Hij wordt op een hotelbed gelegd waar drie hoeren over hem heen plassen. De geheime dienst filmt dat en de leider van het land, een kille dictator, confronteert de zakenman de volgende dag met de beelden. Vanaf dat moment heeft de kille dictator de rijke zakenman in de tang. Hij pusht hem om in eigen land in de politiek te gaan en helpt hem binnen twee jaar door grootscheepse cyberfraude aan de macht. De verbaasde zakenman belt de dictator: wat nu? Hij krijgt tips over hoe je de macht verder naar je toetrekt.

Binnen een jaar is de pers monddood, regeert er een junta van  generaals en andere steenrijke zakenlieden, zijn verdachte Untermenschen in kampen ondergebracht en wordt na een zelfgeregisseerde aanslag de noodtoestand uitgeroepen. Om het land weer veilig te krijgen, worden het ambtenarenapparaat , de universiteiten en het leger gezuiverd. De zakenman voelt zich machtiger dan ooit. ‘En nu?’, vraagt hij aan de dictator. ‘Oorlog voeren met iedereen’, fluistert de dictator hem in. ‘Net zolang tot je wapens op zijn.’’En dan?’ ‘Dat zul je wel zien.’’  

Tot zover mijn synopsis.

Spannend boek, hè! Onbegrijpelijk dat die uitgever er niks in ziet. ‘U heeft teveel fantasie’, zegt hij. ‘En er zit geen echt einde aan, het blijft een beetje hangen.’’Hangen?’ ‘Ja, de mensen willen graag dat een boek goed afloopt,  zo hoort dat.’ ‘Waarom?’  ‘Tja, lezers willen even ontsnappen aan de werkelijkheid, daarom lezen ze.’

Hij zal wel gelijk hebben, hij weet hoe het werkt. Ik ga deze week het hele einde uitgummen. Regel voor regel. Eens kijken of ik er iets geloofwaardigers van kan maken.

14. feb, 2017

Awkward show

‘Ja, ik kwek er graag doorheen, so what? Kunnen ze het thuis niet verstaan dan? In de kroeg kun je toch ook een gesprek voeren, daar praat iederéén door elkaar. Door elkaar praten is juist modern. Heb je nooit naar Kate Bolduan gekeken, op CNN? I love it! Zoals die elke avond The State of America presenteert!

Laatst spraken vijf (5) gasten door elkaar en toch slaagde zij erin om háár mening er bovenuit te laten komen. Ze ging gewoon nog harder gillen dan de gasten, en zo hoort het. Je moét erbovenuit komen.

Wen er maar aan, zo gaat het tegenwoordig, stelletje azijnpissers. In de discussie ben ik niet die blonde autocue-interviewster, nee, dan ben ik deel van het gesprek. Ik ben heus niet bang om spontaan en langdurig mijn mening te geven. Dat zal ook wel moeten, want er is niemand die erom vraagt.

Wat ik zo helemáál niet snap is dat er mensen zijn die niet naar mij kunnen kijken. Ik zie er toch best goed uit voor een vrouw van tegen de veertig? Ik heb altijd leuke blouses aan, mijn haar zit goed… het is wel tv, hè. Het oog wil ook wat. Beauty and brains matter!

Ik hoor weleens zeggen dat ik mensen in de rede val, dat ik ze hun zinnen niet laat afmaken. Hey, that’s me! Die kijkers begrijpen niet dat ik op die manier het tempo erin hou. En ach, ik heb zoveel empathie, dat ik al weet wat er komt als iemand halverwege zijn of haar zin is. Djezus, dan ga ik toch niet zitten te wachten tot ze die zin helemaal uitgesproken hebben! Het zijn ook altijd die halfdove ouwe lullen die dat zeggen. En yes, ik ben spontaan, ik… O, wacht,  daar maakte iemand zijn zin af, awkward moment! Nu weet de kijker niet hoeveel ik weet.

Want iedereen met een herseninhoud groter dan one grain of sand snapt dat het in deze show niet gaat om de gasten, maar om me, myself and I. Laat die lange krullenbol nog maar een poosje ronddobberen op de Caribische zee, mijn mom en dad vinden mij beter dan hem.  Ik hoop zó dat er vandaag weer een Amerikaanse gast is, dan kan ik ze weer eens laten horen hoe goed ik nog Amerikaans spreek! Er is echt niemand die zo mooi ‘Traump’ kan zeggen als ik!

O chips, nu ben ik wéér vergeten iemand in de rede te vallen. Well, dan vat ik zijn mening wel samen voor hij aan zijn laatste zinnen kan toekomen, dan ziet meteen iedereen hoe goed ik het begrijp. Want ja, mijn gasten kunnen kletsen wat ze willen, maar het is pas for real als ik het ook heb gezegd. En net wat eerder natuurlijk, dat is de kunst.  Hállooo, waarom denk je dat de show mijn naam draagt! Als ik iets snap is dat meer dan voldoende, dan hoef ik echt niet iemand nog eens te laten uitpraten, allemaal tijdverspilling

Ik ben duidelijk, hè: ik zeg meteen of ik het met iets of iemand eens ben. Dat willen mijn kijkers. En als iemand iets anders vindt, dan roep ik gewoon dat dat niet de discussie is.

Wat denken die gasten wel niet, dat de mensen thuis hún mening willen horen? Pffff, dan zappen ze maar naar die pleaser bij de commerciëlen. Of straks weer naar die lange grapjas, die verandert dan weer voor drie maanden de naam van de show. Mijn show. Awkward idee.’