Blauw blauw
Niet dat ik iets tegen kunst heb. Integendeel. Kunst kan je leven verrijken. Ik heb meer iets tegen kunstuitleggers. Zoals de familie Krabbé.
Enige vorm van ijdelheid is Jeroen, Jasper, Martijn, Tim -of God mag weten hoe ze allemaal nog verder heten- niet vreemd. Je kunt je kont niet keren of er staat er weer eentje op de televisie een boek, een show of een schilderij uit te leggen. Deze week legde Jasper in De Wereld Draait Door uit hoe wij het blauw van de beroemde schilder Yves Klein moeten zien.
We zien een foto van een doek, met blauwe verf erop gekwast –tenminste, dat vermoed ik, want bij Klein weet je nooit wie of wat hij heeft gebruikt om verf op een doek te krijgen, zo legt Jasper ons met van passie vertrokken gezicht uit. Klein gebruikte zelfs vrouwen in plaats van kwasten. En hij gebruikte voor zijn ultramarijne blauw lapus lazuli uit afgelegen groeves in Afghanistan. Hartstikke zeldzaam en hartstikke duur natuurlijk.
Ik neem u graag mee naar het laatste deel van Jaspers blauwpraatje met Matthijs (altijd in voor passie) en zijn tafeldame (geen kwast). De letterlijke tekst. Denkt u het opgewonden toontje er zelf even bij? Kom er maar in, Jasper!
Jasper: ‘Als je je er voor openstelt, dan gebeurt er iets tussen jou en het schilderij. Eh, hij had het over gevoeligheden, hij prijsde ze allemaal verschillend, zodat het niet ging om de waarde ervan. Het ging om de ervaring van eh, ja, het moment. En helemaal op te gaan in de vrijheid van die kleur.'
Matthijs: ‘Die krankzinnige, intense kleur!’
Jasper: ‘En dat is, maar dat is…’
Tafeldame: ‘Ja, leg het eens goed uit!’ (lacht zich blauw)
Matthijs: ‘Ik ben geen kunsthistoricus, maar…’
Jasper: 'Nou ik ben ook geen kunsthistoricus, ik weet alleen dat ze die steen, dat lapus lazuli, vermalen en er zijn verschillende types, eh, de een nog duurder dan de ander, maar ’t allerfijnst gemalen reflecteert het licht op zo’n manier, dat je gewoon eigenlijk echt niet weet hoe diep het is. Het kan de zee zijn, het kan de lucht zijn en je kan erin verdwijnen. En hij is er uiteindelijk in verdwenen. Dat gevoel heb ik.’
Matthijs: ‘Dankjewel! Tot zover, tot morgen!’