Oud geld
Dit stukje is niet geschikt voor mensen van onder de twintig. Of misschien zelfs niet voor nóg ouderen, van onder de dertig. Want het gaat over de gulden. Ik vond van de week op zolder een vergeten briefje van 2,50 gulden. Een riks. En er ging een oude wereld voor me open.
Kijk eens, toen ik onder de twintig was, had je radio en later televisie. En er reden auto’s. Opels, Fords, Austins, Vauxhalls, DKW’s, NSU’s, Skodas, Simca’s, Dafjes, Kevers, Eenden en hier en daar een Goggomobiel. Niks vreemds aan. Je opent je ogen als baby en het is er, zo gaat dat. Zo moet het nog veel vroeger ook gegaan zijn met het vuur, het wiel en de spijkerbroek.
Voor baby’s van na 2000 was dat niet anders. Computer? Was er al, mobiele telefoon? -nooit anders geweest. En wie geboren is na 2002 weet niet beter dan dan dat je moeder je ijsje betaalde met euros.
Maar wij, de ietsje ouderen, wij kunnen nog omrekenen. Een beetje stiekem, dat wel, want we gaan natuurlijk met de tijd mee en we zijn nog niet dement. Wij noteren in ons hoofd dat een kop thee gemiddeld 2,40 euro kost, dat is bijna vijf gulden. Een glas wijn in de betere restaurants is al gauw zes euro. Maal 2,2 is 13,20 gulden. Dertien gulden voor een glaasje wijn! Het ligt aan mij, dat weet ik ook wel, maar ik kan er maar niet aan wennen. Al vijftien jaar niet. Omdat ik een guldenmens ben gebleven. Zo gaat dat, ook.
Ik weet me nog te herinneren dat een ouder stel in Frankrijk tegen mij zei dat ze alles nog omrekenden naar oude francs. Die had twee nullen meer. Het was simpel: 100 francs was al in 1960 1 franc geworden. Hoe moeilijk kon het zijn. Maar het was het referentiekader van de oudjes, ze konden niet wennen aan de nieuwe franc. Wij, guldenhollanders, hebben er toen nog hartelijk kom gelachen. Ces vieux-cis, blijven hangen in de tijd! Bonne journée!
Maar ja. Een middenklasse auto kost bij mij tegenwoordig een ton. Een rijtjeshuis al gauw zes en een halve ton! Twee onder één kap: een miljoen gulden. Terugrekenaars leven in een andere financiële werkelijkheid. Een werkelijkheid waarin een huurhuis toch gauw 2500 gulden kost. Per maand.
Wat wil ik hier eigenlijk mee zeggen? Dat alles duurder is geworden? Vergeet ik dan niet dat de salarissen ook meegestegen zijn, in euros? Vast wel. Ik hoef ook niet zo nodig terug naar dat guldentijdperk.
Vroeger was alles beter: daar geloof ik niet in. Vroeger was alles goedkoper: evenmin. Maar dat nostalgische, even dat gevoel van vroeger herbeleven als je dat briefje van 2,50 weer in je hand houdt. Heerlijk.
Nu reken je af via internet, je scant je boodschappen, alles kan aan huis worden bezorgd. Ik geef zo’n bezorger nog wel eens een fooitje, als het een arme scholier is die wat bijsprokkelt om mee te kunnen doen aan het weekend-comazuipen. Dan geef ik genereus 50 eurocent. Da’s 1 gulden 10. Daar had je vroeger, heel vroeger, een pilsje voor.