15. nov, 2017

Sinterklaas uit Spanje

Sinterklaas is jaaarig, zet hem oh-op de boot…!’

Zo raar om het Sinterklaasfeest eens van de andere kant mee te maken. De Spaanse kindertjes zingen hier in de haven dezelfde liedjes, maar dan net iets anders. '‘k Zie ginds weer de stoomboot naar Holanda gaan’, en: ‘Sinterklaasje ga maar varen met je knecht...’

Het is een jarenlange traditie, half november. De kinderen zwaaien de Sint uit in de haven en de bakkers gooien hun pepernoten in grote jute zakken aan boord, want die Holandeses vreten alles zolang het maar gratis is. En een witte schimmel wordt misleid met rode lappen en zo de boot in gejaagd. Olé! Ja, het is een kleurrijk gebeuren.

Overal hangen oranje vlaggetjes bij de uittocht en net vóór het schip aan de horizon verdwijnt toetert de Sint nog één keer ten afscheid. Dag kindertjes, tot 6 december, als ik mijn verjaardag écht vier, bij jullie. En op de kade zingen de Spaanse kindertjes dan uit volle borst nog één keer het officiële afscheidslied, aangemoedigd door de legendarische presentatrice Dieuwa Blocas: ‘Hij gáát, hij gáát, hij gaat die goede Sint...’

De meeste Spaanse kindertjes staan erbij te zingen en te springen en ze zijn zo blij, want er zijn geen zwarte knechten bij.

Qué?

Ja, dat zit zo: in Holanda zijn deze pedros negros verboden. Het moeten daar tegenwoordig witte pedros zijn, met een roetveeg op hun gezicht. Dat maakt het een stuk geloofwaardiger dat ze door de schoorsteen zo’n Hollands huis binnenkomen, geloof ik. Maar als je met zwarte Spaanse pedros aan komt zetten, dan zie je die roetveeg niet.

Dus daarom staan er nu op de kade groepjes net te donkere pedros zachtjes te snikken. Ze mogen niet meer mee op de stoomboot. Afgekeurd bij de poort van het paleis van de Sint, waar elke witte knecht de afgelopen weken zorgvuldig beroet is. De zwarte Spanjaarden voelen zich zwaar gediscrimineerd. En terecht.

Vergeet niet, zwarte mensen hebben het al niet makkelijk hier. Sommigen moeten zich in leven houden met het verkopen van neptasjes, nepkleren en nepsieraden. Nog een klein stukje verder naar het zuiden gebruiken sommige Arabieren hen zelfs als slaaf! Er klinkt gemor, er word gefluisterd dat er demonstraties komen. Sint maakt het te grijs met zijn roetvegen. Als dat maar goed gaat.

Hier op de kade vraagt Dieuwa of de kinderen nog één keer de Sint willen toezingen. Want de goedlachse bisschop hoort dat allemaal nog op zijn boot, ergens op de grote zee. Sinterklaas hoort alles, Sinterklaas ziet alles, Sinterklaas weet alles. Sinterklaas is God in een tabberd.

De oproep is niet aan dovemansoren gezegd: ‘Dag Sinterklaasje, daaaaag daaaaag, roetveegpiet...’ brult het hele koor, met snel kloppende hartjes van de zenuwen. Want ze weten dat hij straks, op 6 december, terugkeert met louter witte knechten zonder roetvegen en met allemaal stoute Hollandse kindertjes in de pepernootzakken; waar de Spaanse bakkers dan weer pepernoten van bakken voor het volgende jaar. En de Spaanse kindertjes krijgen alle teruggestuurde cadeautjes en eten nog tot aan de kerst gratis wortelen.

Heerlijk, zo’n onschuldig kinderfeest. Toch?

 

20. okt, 2017

Ze

Dat heb je allemaal weleens, dat je iets hebt gejat en dat je dat dan na een uur weer kwijt bent, op mysterieuze wijze verdwenen. Toch? Dat doen ze. Dus.

Ze kijken naar je en ze beoordelen de hele dag wat je doet. Ze zeggen niks. Ze doen. Ze corrigeren zwijgend. Het zijn kleine stiekemerds. Ze zeggen dat je ergens aan dood gaat, dat het morgen mooi weer wordt, dat Rutte homo is. Ze zeggen, ze zeggen… Maar niemand weet wie ze zijn.

Geloof mij nou maar, we worden 24/7 bekeken en besproken. Ze weten precies wat je kijkt op je tv. Daarom, ik zap snel weg, telkens als Gerard Joling astmatisch mijn tenen krom giechelt. Dat kunnen ze zien. Dus dan krijg ik vanzelf minder om zichzelf gierende reclamenichten op mijn buis.

Vergis je niet, ze kunnen alles meten. Daarom, pagina’s in een boek die me niet bevallen, sla ik als de sodemieter over, zodat ze niet denken dat ik er in geïnteresseerd ben. Te moderne kleding dragen in het openbaar? Vragen om problemen! Je ziet ze al denken: wat moet die ouwe met zo’n hippe jas? Midlifecrisis, een jong ding aan de haak geslagen? Ze hebben hun vooroordelen klaar, hoor.

Even iets tussendoor: Als je zwaar dement sterft, ben je dan in het hiernamaals ook nog dement? Want dan heb je maar weinig aan al dat hemelse geluk. Laat staan aan 72 maagden. Ze denken dus van niet. Maar ja, d’r kwam d’r nooit een terug. Tenminste, dat zeggen ze.

Wel grappig dat het gelovige voetvolk altijd naar boven kijkt, terwijl ze toch echt beneden zitten, in een bunker onder de grond. Daar hebben ze de aanslag op Franz Ferdinand, de Slag om Arnhem en de 12-1 van Spanje tegen Malta zitten regelen. En iedereen wijsgemaakt dat John Lennon niet dood is. Elvis trouwens ook niet en Paul McCartney wel. Ze zijn trouwens ook nooit op de maan geweest (was een Hollywood-film!). En Kennedy is vermoord door zijn eigen CIA, net zoals Pearl Harbour en de Twin Towers zijn vernield door de Amerikanen zelf. Alles wordt er bekokstoofd, in die kelder. Door de Hoge Heren. Ze.

Daarom, doe nou maar normaal. Anders denken ze dat je gek bent. 

5. okt, 2017

Meesters en juffen

Ach, iedereen weet er nog wel een paar -juffen en meesters.

Op de kleuterschool had ik jufrouw Bakker, ik mocht bij haar op schoot zitten. Ze heeft mij liefde voor vrouwen bijgebracht.

In de eerste klas van de lagere school liet juffrouw Krol mij voorlezen. De schoolbel was gegaan en er moest iemand snel het hoofdstuk uitlezen van het boek dat we met de hele klas lazen. Ze keek naar mij en alle blikken wendden zich naar mij. Het gaf me zelfvertrouwen. Later heb ik dat nog veel gedaan, voorlezen. Op de radio.

In derde klas stak jufrouw De Boer gewoontegetrouw een breinaald in haar oor om haar chronische jeuk te verkrabben. Onderwijl schreef ze onder een opstel van mij: ‘Arie, je bent een schrijvertje in de dop.’ En kijk, ik schrijf nog.

Meester Van Beek sloop als een roofdier onhoorbaar langs de schoolbanken.. En dan opeens trok hij aan je oorlel of gaf hij een harde klap met een liniaal op je tafelblad. Waar hij dat ding zo gauw vandaan haalde, wist niemand. Hij leerde me dat je altijd op je hoede moet zijn.

Er was het Hoofd der School, meester Buddingh’, die we om onduidelijke redenen Bul noemden. Een gedrongen, driftig mannetje met dun achterovergekamd haar. Hij gaf vanaf de vijfde buiten schooltijd voor vijf gulden per uur Franse les en Frans werd mijn tweede taal.

Op de gristelijke middelbare school kon meneer Nauta geen orde houden bij godsdienstles. Als hij stond te bidden, hield hij één oog open en als een klasgenoot brutaalweg zijn ogen niet sloot tijdens zijn gebed stoof hij er biddendegewijs op af en gaf de ellendeling met de vlakke hand een hijs. Hij heeft me geleerd: Vertrouw op God, maar doe wel je fiets op slot.

De jonge meneer Den Besten van Duits, die we na schooltijd nafietsten. Hij heeft me geleerd dat bewondering ook zijn grenzen heeft. Er was meneer Van Dijk van Engels, die met veel consumptie sprak maar heel grappig was. Hij leerde mij dat je altijd moet blijven lachen, zelfs als je gezicht onder de natte smurrie zit van je gesprekspartner.  Er was die  wiskundeleraar, meneer Jager, die zijn vrouw had verloren bij een auto-ongeluk en die ons de week daarna een heel lesuur over ging vertellen, onophoudelijk filtersigaretten opstekend en vechtend tegen zijn tranen. Hij leerde mij dat achter  cijfertjes ook mensen wonen. En er waren er meer.

Meneer Van der Mark, van geschiedenis, die vergeten was om ons een beoordelingscijfer te geven op het paasrapport en daarom besloot om de hele klas collectief een acht te geven, omdat we zo betrokken waren bij zijn strijd tegen de Vietnamoorlog. Hij leerde mij dat je soms moet sjoemelen met de waarheid om het geheel draaiend te houden. Er was ook een leraar Frans, wiens naam ik heb verdrongen, omdat hij mijn negens en tienen bij de schriftelijke examens teniet deed, door bij het mondeling over een onderwerp te beginnen waar ik niets van wist, ook niet in het Frans. Hij heeft me geleerd dat afgunst slechte dingen in mensen bovenbrengt.

En er waren er meer, nog veel meer. Die rector, die bij het uitreiken van onze vwo-diploma’s onze trots de kop indrukte met de woorden: ‘Zo, nu kunnen jullie écht gaan leren.’ Hij was een wijs man.

Ja, ik heb veel geleerd van meesters en juffen. Ze waren belangrijk en ze zijn belangrijk. De leraren die mij leerden leren: mijlpalen langs de weg van een jongemensenleven. Ze zijn onbetaalbaar goed. Of nee: betaal ze nou eens goed!

(Illustratie: De Lagere School, Wimk Daniëls, zojuist verschenen. Met een bescheiden bijdrage van mij erin)

19. sep, 2017

Datum

Sommige data vergeet je niet. Bij mij is vandaag, 19 september, er zo een: de dag dat ik in militaire dienst moest. Lichting 68-5.

Nou hou ik dus niet van lollige anekdotes over je diensttijd. Sterker nog, ik wist al in de achttien nutteloze maanden die volgden dat ik later op verjaardagen niet in licht benevelde toestand de aanwezigen achter hun hand zou laten gapen door mijn dienstverhalen. Alsof je verdere leven er niet toe deed.

Wat ook niet hielp bij mij was, dat ik met mijn beterlangharigdankortzichtig-kapsel zo uit de drugsscene rond Dordrecht belandde in de stoel van een Amersfoortse huzarenkapper, wiens carrière was blijven steken bij het aloude model bloempot. Ja, jongens en meisjes, dat haar moest eraf in die tijd.

Nou was ik ook weer geen junkie, vóór die 19e september, verre van dat. Ik was te schijterig om me te wagen aan de LSD of zelfs maar een jointje aan te nemen van mijn goede vrienden Theo V. en Philip E. van de roemruchte drugsband The Zipps. Maar wij waren wel de tussenstop in de smokkellijn tussen de haven van Antwerpen en Fantasio in Amsterdam. Ik correspondeerde met Koos Zwart over een Provayda?-afdeling in mijn regio. En ik schreef voor Twintig, het verzetsorgaan voor dienstplichtigen. Wat ertoe leidde dat ik bij de eerste de beste keer dat de verzamelde nieuwe lichting aantrad op het kazerneterrein door wachtmeester Metselaar, een obesitaslijder met een huzarensnor en een stem als een tank, werd neergezet als ‘een gezagsondermijnend lichaam’. De toon was gezet, oorlog in vredestijd; de alternatieven tegen de conservatieven.

Tot ik mijn eerste bivak kreeg en in de vrieskou een jonge beroepsluitenant met ontbloot bovenlijf zichzelf zag scheren met ijskoud water uit zijn helm. Ik ben zijn naam vergeten, maar hij had kort rossig haar –hij leek wel een beetje op Brody uit Homeland. En. Hij. Zong. Hij zong een nummer van Pink Floyd! ‘Arnnold Layne, had a strange hobby… Collecting clothes…’ Psychedelische rock!

Huh?

Ik was verbijsterd. In mijn optiek mocht iemand uit het leger Pink Floyd niet eens kénnen. En dan dit. Ik voelde hoe ik mijns ondanks sympathie kreeg voor die man en ik herinner me dat ik mijn slaapzak van me wierp, mijn zwarte baret schuin op één oor zette en me voornam mij in die achttien maanden niet te laten breken.’It’s not the same. Takes two to know, two to know… Why can’t you see?’

In de periode die volgde klaverjaste ik me suf, vrat de halve voorraad gevulde koeken op en poetste af en toe een tank in enorme gebouwen, die werden aangeduid met een letter. En als een boven mij gestelde op een appèl vroeg waar huzaar Bras toch uithing, riepen mijn maten steevast ‘In gebouw K.’ Zo had ik ze geïnstrueerd en niemand die in dit Kafkaiaanse systeem op het idee kwam dat dat weleens de Kantine kon zijn. En dan die keer dat we middenin de nacht…

Ach, begin ik toch nog melige anekdotes te spuien over mijn diensttijd. Ik word oud. Maar ja.

Dan had het vandaag ook maar niet 19 september moeten worden.

14. sep, 2017

Wel hier en gender!

Die conceptie, dat is best een precair dingetje. Het kan bij de samensmelting van zaad en eicel zomaar een keertje een pietsie misgaan en dan ben je een vrouw die zich man voelt of andersom. Of van allebei een beetje. Of helemaal niks. Dat staat in De Baarmoeder, een in boekvorm gegoten conceptie van een gyneacaloog, Dick Schoot, en een schrijver, Wim Daniëls.

Er gaat weleens iets mis met eieren, laat ik het zo zeggen, en dan wordt je erin geluisd. De bouwstoffen van ons lichaam spelen soms Russische roulette en dan heb je, of word je, ineens een ondergeschoven kindje.

Daarom doe ik ook niet mee aan die genderdiscussie. Ik heb zoals bijna iedereen al jaren een genderneutraal toilet thuis, waar de genderneutrale mens de keuze heeft: de bril omhoog of de bril omlaag. Net als in een doorsnee kroeg. Dus waar hebben we het over.

Er vlogen de afgelopen maanden woorden over het internet waarvan ik tot voor kort het bestaan niet eens kende: transgender, interseksueel en pseudohermafroditisme. Het is iets met man of vrouw, of allebei, en het geeft 157 punten bij Wordfeud als je het op alle roze vakjes legt. Maar verder…

Natuurlijk, je heb altijd die stuurlui aan de kant, de hetero’s, die fijne statements maken, om te laten zien dat ze een goedmens zijn, met oog voor misdeelde minderheden. Zal je net zien dat je als genderneutraal-sympathisant door een heterofascist wordt doodgereden op een regenboogzebra. (‘Huh, een zebrapad? Maar dat is toch met van die witte vlakken?’)

Waar blijft trouwens de zwartepietendiscussie? Het is al september, hoor! Ik vond de Braboneger bij Pauw laatst een verademing, eindelijk een onwitte mens op de televisie die niet over zijn huidskleur of die van anderen zeuren wilde. Gewoon geëmancipeerd.

Ik heb makkelijk praten natuurlijk, ik behoor tot de zwijgende witte mannelijke heteromeerderheid. Hoe fout wil je het hebben. Tegelijkertijd stel ik vast dat we leven in een land waarin de minderheid op de trom roffelt, gehoord wil worden. En waarin een minderheid van die minderheid zijn wil wenst op te leggen aan het hele land. Dat zijn de harde kernen. Je herkent ze aan hun arrogantie tegenover andersdenkenden, hun goedgebektheid, hun onzekerheid maskerende superioriteitsgevoel en hun standaard ontevreden smoelwerk. Zij zijn per definitie slachtoffer en dat is per definitie de schuld van de anderen. Denkt u de foto’s er zelf even bij?

Ik vind ze eng en kijk ’s avonds altijd nog even voor het slapen gaan of er niet zo’n griezel onder mijn bedje ligt. Zij zijn  de werkelijke intoleranten: ze eisen tolerantie voor hun intolerantie, hun god is de enige echte, hun lichaam is het enige juiste, hun kleur is de mooiste, hun auto is de duurste, hun… wacht, ik sla wat door, geloof ik.

Godsamme, ik lijk zelf wel zo’n… Nee,wees gerust: ik kruip niet onder je bedje vanavond.