29. jun, 2018

Schermgebaar

Zelden was het woord van het jaar al zo vroeg bekend. Er is geen ontkomen aan. Schermgebaar.

Van de week nog. Zit ik op een terras en bestel een roseetje. Komt de ober met een wit wijntje. Zeg ik: ‘Ik had rosé besteld, beste man.’ Zegt ie niks, maar maakt met zijn wijsvingers een tekening in de lucht van een televisiescherm. Het schermgebaar. Even later komt hij terug met een glas rosé en maakt excuses. ‘U had gelijk, meneer, de VAR zegt rosé.’ Iedereen blij.

Het is de ideale wereld, sinds het twee weken lang is uitgetest in de voorrondes van het WK voetbal in Rusland. De VAR. De Video Assistent Referee. Er waren spectaculaire wedstrijdwendingen door de aanvullingen en correcties die een videoscheidsrechter met wat hulpjes ergens in Moskou doorgaf aan de leidsman op het veld. Discussie gesloten. Iedereen blij.

Geen wonder dat het nu al doorsijpelt naar het dagelijkse leven. De Video Assistent Referee is here to stay. Mark my words. ‘Nee, agent, ik stak over toen het licht nog op groen stond.’De agent blaast op een fluitje en maakt het schermgebaar. In een stad als Amsterdam, las ik van de week, word je tegenwoordig  als je honderd meter loopt driehonderd keer gefilmd. Dus je bent er gloeiend bij, met je rotsmoes. Big Brother, dat was de toekomst van gisteren. Een lachertje. We zijn allemaal tv-sterren geworden in onze eigen soap.

Die camera’s zijn eigenlijk best handig, bijvoorbeeld bij die aanslag op De Telegraaf van de week. Je zag de dader aankomen, je zag dat hij zijn auto nogal ruw tegen de gevel parkeren, je zag hem die auto in brand steken en je zag hem weglopen naar een vluchtauto. Die je weer kon zien via andere camera’s. Als die griezels gepakt worden kunnen ze ontkennen tot ze een ons wegen, maar de VAR op het hoofdbureau, een corpulente brigadier met drie hulppieten, is genadeloos. Daar kan geen advocaat omheen.

Het is griezelig, qua privacy, maar ja. Die camera’s hangen er toch al, blijkbaar. Dan is het maar een kleine stap naar het schermgebaar.

Echt, het heeft grote voordelen. In de Tweede Kamer wordt iets beweerd. ‘Dat heb ik nooit gezegd, mevrouw de voorzitter!’ Kuzu of Wilders staan schuimbekkend achter de interruptiemicrofoon en dan gebeurt het. Ze maken het schermgebaar. In Brussel kijkt de VAR mee op 32 schermen en twee minuten later hamert de voorzitter de discussie af. Zij maakt de bekende rechthoek met de armen en spreekt het verdict uit.  De VAR heeft beslist.

Ook de rijdende rechter ontkomt niet aan het alziend oog van de VAR. Camera’s aan woonhuizen registreren bij gebrek aan inbrekers genadeloos alle ruziefeiten en daar zullen de kemphanen het mee moeten doen. Afijn, vul zelf de ongekende mogelijkheden maar verder in. Je gaat het pas zien als je het doorhebt.

Nou zijn er natuurlijk altijd zeurpieten die denken dat het wel overwaait. Dat de VAR het niet zal redden. Zodra dat WK in Rusland is afgelopen, heeft niemand het er meer over.

Daarom. Ik heb deze tekst even ingesproken voor mijn eigen camera. Over vijf jaar vindt iedereen het gewoon en dan zal ik zeggen: ik heb dat al in juni 2018 voorspeld. En als er dan ook maar iemand dat weerspreekt of zelfs maar minachtend begint te snuiven, heb ik maar één gebaar nodig om mijn gelijk te halen. Ik oefen al voor de spiegel in de badkamer.

 

12. jun, 2018

Eruit die stekker

De naam G.B.J. Hiltermann viel. Meester Geebeejee Hiltermann. Het was na een vrolijke lezing over Philip Bloemendal, ooit de eikenhouten stem van het Polygoonjournaal. Of er nog meer markante stemmen waren. Hiltermann, dus.

Iedere vijftigplusser kent die naam nog. Hij hield met gezaghebbende stem wekelijks zijn gezaghebbend praatje:  ‘De toestand in de wereld’. Hij eindigde ook steevast met die woorden: ‘…bla bla ba…, want zo is momenteel de toestand in de wereld!’

Op zondag, rond lunchtijd. Het was alsof Kennedy zelf de dag daarvoor nog bij hem op audiëntie was geweest. Je geloofde dat Chroesjtsjov nog aan de lijn hing om na afloop van het praatje meester Geebeejee te smeken om hem te vertellen hoe het in godsnaam verder moest met de wereld.

Nou ging ik toen ik groot werd bij een internationaal radiostation werken, laten wij het Radio Holland noemen. Daar was een hoofdredacteur, laten wij hem Bas Bekker noemen, die ook een weekpraatje hield. Het Buitenlandcommentaar heette dat. Bekker, een vriendelijke, zware man met een hoornen bril en een pijp, imiteerde zo’n beetje de stijl van Geebeejee. Maar hij was van de NRC gekomen, noemde zijn luisteraars nog altijd ‘mijn lezers’ en je zag hem lijden achter de microfoon als hij zijn zelfgetikte drie kantjes tekst voor moest lezen. En tienduizenden lezertjes in de wereld leden met hem mee.

Technici en ondergeschikten waren wat harder. Ze maakten foute grappen of schreven stiekem guitige introductieteksten voor zijn commentaar:  ‘Eruit die stekker, hier is Bas Bekker!’ Of: ‘Kan het nóg gekker? Jawel hoor, hier is Bas Bekker!’

Op een dag was de hele redactie op vakantie en moest ik ter vervanging van Bas Bekker drie weken lang een overzicht maken van de weekcommentaren uit westerse kranten van aanzien. Le Monde, The Times, The New York Times, Die Neue Zürcher Zeitung, Der Frankfurter Allgemeine, El Pais… Mijn drie kantjes teksten werden dan voorgelezen door een van onze welbespraakte omroepers.

Toen is het kwartje gevallen. Het viel mij op dat die wekelijkse krantensamenvattingen van mij verduiveld veel leken op het buitenlands weekoverzicht van Bas Bekker. Híj noemde alleen die kranten niet, maar babbelde alsof hij het zelf verzonnen had over enerzijds Thatcher en anderzijds de kwestie van de kruisraketten en dat de tijd het wel zou leren en dat het allemaal nog te bezien stond. Ik schrok er een beetje van. Want echt, ik dacht hij dat zelf allemaal had bedacht, ijsberend in zijn serre thuis, lurkend aan een verse pijp. Noem het de weken dat ik mijn journalistieke onschuld verloor.

Maar… mijn journalistieke bek viel nog verder open toen ik gedurende die drie weken meester Geebeejee hoorde: die deed hetzelfde! Maar dan met gezaghebbende stem en hopla: het was stil op straat. Én in de huiskamers, want je waagde het niet om je moeder om een schepje jus te vragen als meester Geebeejee bezig was om de wereld uit te leggen. Je kop houden moest je, zolang het orakel van de AVRO sprak. Het ontwrichtte menig huisgezin.

Daarom. Ik heb het nooit in het openbaar willen zeggen, maar het is me nu teveel worden. Het moet eruit. Enerzijds zal het wellicht gevolgen hebben voor mij als klokkenluider binnen de journalistiek. De tijd zal het leren. Anderzijds zou het kunnen dat mijn ontboezeming de reputatie van Geebeejee postuum gaat schaden. Al staat dat te bezien.

Samenvattend: meer dan veertig jaar krantencommentaren overschrijven en met je stem geen tegenspraak afdwingen, dát… zegt veel over de toenmalige toestand in de wereld.

 

4. jun, 2018

Onder de Toonbank

Het is er dan toch van gekomen: mijn eigen winkeltje. Onder de Toonbank, heet het en wij verkopen plastic rietjes aan Engelsen. Want die mogen binnenkort hun vloeibare prut alleen nog opslobberen door papieren rietjes. Dat kost wat bomen, maar dan heb je mooi geen vieze soep meer in de zee. Onder de Toonbank wordt in nichekringen en vakbladen nu al beschouwd als hét gat in de markt.

Wij verkopen guns aan Amerikanen, jonge klare aan Scandinaviërs en voor de thuismarkt liggen er chocolade paashazen in de schappen, en andere dingen die je vroeger, toen wij nog dierenmoordenaars/kolonisten/slavendrijvers/chocolademonsters (vul zelf uw foute achtergrond in) waren, nog bij de Hema kon kopen. In ons magazijn wemelt het van de rolkoffers en bierfietsen voor foute toeristen in Amsterdam. Er liggen uiteraard ook dozen vol blikjes zwartepietenschmink. Ieder nieuw taboe of verbod is een verdienmodel. En… je kunt bij ons betalen met bitcoins.

We verkopen ouderwetse kruiden van VOC-kwaliteit, dodelijk zware shag, ganzenlevers. We leveren pitbulls en vechthonden op maat. Olifantentanden zijn deze week in de aanbieding, bij drie kilo slangenleer. De over the top-boeken van Arie Bras –echt, je kunt het zo gek niet noemen of we hebben het hier in voorraad.

Mijn klanten?

De dwarsen, de ongelovigen, de zo-heb ik-het-niet-geleerd-types, de aartsconservatieven, de opstandigen, de creatieven, de revolutionairen, de reaguurders, de assertieven, de gekwetsten, de boze witten en de boze zwarten, de chronisch verwarden…

Wij verkopen doodleuk bananen van Zuidamerikaanse plantages vol hongerloontjesplukkers, spijkerbroeken van uitgebuite kinderen in verre warme landen. We verkopen medicijnen die getest zijn op proefdieren. En natuurlijk negerzoenen, blanke vla, witte melk, zwarte drop, Mariakaakjes. Zigeunersaus. Lange tenen, korte lontjes –you name it.

Je mag bij ons binnen roken, je kunt glyfosaat kopen tegen je onkruid, in pure vorm, wij koken desgewenst in een achterkamertje levende kreeft en serveren er een onverdoofd geslacht geitje bij. Vanuit India importeren wij koeienvlees en vanuit Korea hondenbiefstukjes. En uit Afrika missionarisvlees. Met kookpot en al. Er is ook nog een zaaltje, achterin, daar kun je desgewenst met je neef of nicht trouwen. Ingezegend door een heterofiele pastoor. We verkopen trouwens ook honkbalknuppels tegen inbrekers en andersdenkenden. En neppistolen. Met oud en nieuw verkopen we zware strijkers uit China. En het pand van Onder De Toonbank heeft maar één deur. Die noemen wij de vooruitgang. Geinig bedacht hè?

11. apr, 2018

Wie dit leest is gek

Mij krijgen ze niet van het padje, daar in Cambridge. Met hun Facebookgeheimpjes. Het zal wat.

Ik heb mijn eigen profiel samengesteld in de afgelopen jaren en mij vallen ze niet meer lastig. Ik heb gewoon langdurig gesnuffeld op een site voor houtzaagmachines. Terwijl ik geen houtzaagmachine wil, hè! Ik heb niet eens hout.

Ik heb me geabonneerd op vijf verschillende kranten en die na twee weken allemaal weer opgezegd, ik heb pornosites bezocht voor transgenders, homo’s en hetero’s, ik heb YouTube-videootjes zitten kijken van kerkkoren en live ingelogd op een gebedsdienst in een moskee. Ze worden mesjogge van me, bij Facebook

Elke dinsdag maak ik foto’s vanaf een balkon. Maar ik heb helemaal geen balkon! Elke woensdag bezoek ik virtueel vijf tuincentra. Maar ik heb helemaal geen tuin! Ik heb me ingeschreven op woningzoeksites terwijl ik geen woning zoek, ik heb recepten opgevraagd met Mojito erin: ik lust die troep niet eens!

Nee, ik heb ze helemaal klem, die big brothers van Facebook. Soms zap ik op mijn computer, laptop én mobiel langs alle tv-kanalen die ik kan ontvangen, puur om ze te fucken. Dikke vinger. Alle restaurants in Drenthe en Zuid-Limburg heb ik van een waardering voorzien, ik deed mee aan de haringtest, de oliebollentest en de koffietest. Ik heb wekenlang CNN gekeken en daarna wekenlang Fox News. Ik heb me ingeschreven voor een cursus Russisch, een visum aangevraagd voor een verblijf aan de Mexicaanse grens en ik krijg nu advertenties te zien van wodkamerken en cowboypakken. Alles heb ik gesteund: Van Je suis Charlie tot #metoo en Minder minder! Ik heb tegelijkertijd drie haardbaarden uitgenodigd om eens te komen praten. Nee, mij foppen ze niet, daar in Silicon Valley.

Goed na die reisfolders voor Syrië en Lybië die ik online bekeek en mijn open brieven aan de Paus, De Telegraaf en Donald Trump kreeg ik wat vaker en  ongevraagd advertenties van instellingen voor psychiatrische hulp. Maar dat is een fase. Daar moet je even doorheen. Ik weet bijna zeker dat ik nu in een map zit met in grote letters daarop: ‘Verwarde man. Nooit meer iets sturen! ‘

Zie je, zo moeilijk is het niet.

O ja, nog even over alle Facebookjunks die na vandaag niet meer aan de Suikerberg willen likken. Die doen me ergens aan denken. Of liever gezegd: aan iemand.

Laten we hem John noemen. Iedere avond kwam hij naar hetzelfde café. Voor de gezelligheid. Maar ook vaak ging hij met ruzie weg, omdat iets hem niet was bevallen. Opmerkingen, een niet helemaal gevuld  borrelglaasje, de rekening. Zo’n avond eindigde steevast in langdurig bekvechten met de kroegeigenaar en de woedend uitgesproken woorden van John: ‘Wat een vervelende rottent, ik kom hier nóóit meer!’

En het vaste, vermoeide antwoord van de kastelein. ‘Ja hoor, John. Tot morgen!’

21. feb, 2018

Tikken tegen de guard

De rode en de gele rocks moeten in een aantal ends over de hogline van de sheet langs de pebbles naar de button, in de hoop dat de skip er ze niet met de hammer allemaal uittikt. Of als een tik tegen de guard alles verandert. En dan liggen er ook nog drie werkloos in het house.

Wie deze zinnen niet begrijpt loopt hopeloos achter.

Curling! Nederland is in de ban van curling. Toegegeven, een sport die klinkt als een haarmodel. Maar op de televisie presenteert Frans Bauer al een curlingshow en bij ons hier in het dorp houdt een restaurant een week lang in een tent een curlingtournooi. Curling is zo hot dat het ijs ervan smelt.

Het is televisiegeniek, dat scheelt. We zien een vlotgeklede dame of heer met geconcentreerde blik lui over het ijs glijden boven een rond soort strijkijzer. Dat is de rock met de handle. Vlak voor de rode lijn laten de curlers de rock los. Nu is het aan de vegers. Want die lopen ernaast mee, met een bezempje, de besom, vegend of hun leven ervan afhangt. Als een huisvrouw in het voorjaar.

Curlen is bowlen op glad ijs, jeux de boules bij min tien. Het komt uit Canada, want daar is het vaak min tien.

In de Duitstalige wintersportgebieden rept men niet van curling. Men rept van Eisstockschiessen. Ik heb daar weleens aan meegedaan op een skiloze dag. En wat ik me er vooral van herinner is de ceremonie protocollaire. Die was om twaalf uur ‘s middags, maar dat weerhield de organistoren er niet van om de overwinning te vieren met een glaasje ijskoude obstler. De bedoeling was dat je dat in één keer achterover sloeg. Maar de winnende deelnemer, een dame uit Berlijn- kennelijk niet vertrouwd met dit fenomeen- kieperde het bijtende goedje rechtstreeks in haar linkeroog. Er moest veel verse sneeuw worden aangevoerd om de snikkende vrouw weer een schoon oog te bezorgen. En wij, de winnaars van zilver en brons, vonden het ook wat ongepast om het glas te heffen in deze omstandigheden.

Maar ik verklaar met klem dat dit uitzonderingen zijn. Een echte curler is een afgetrainde sportman of sportvrouw. Met een echt, meeverend curlingpak aan. En speciale curlingschoenen

Er komt een Siberische kou aan deze week. De ijsbanen kunnen open. Benieuwd of er her en der ook eens curlingbanen worden opengesteld. Het volk is er rijp voor. Het wordt tijd dat wij onze eigen curlingtalenten gaan opleiden. Goud is goud. Come on, hammer, hit the hogline!