11. apr, 2015

Seniorendating

Niets zo leuk als plaatsnemen in een Van der Valkrestaurant of een grand café en vanaf je luie stoel te bekijken hoe de datingmarkt voor senioren floreert. We zijn inmiddels met dik drie miljoen singles en daaronder zijn heel wat vijftigplussers. Dátende vijftigplussers.

Een halve eeuw geleden begonnen veertigers te beseffen dat er misschien meer was in het leven en nu zijn het de steeds vitaler blijvende vijftigers en zestigers die doorkrijgen dat er ergens nog een leukere vent moet rondlopen dan die zappende vleesklomp op de bank, of een lekkerder wijf dan die shagrokende heks in dat joggingpak.

Voor jou tien anderen, is het nieuwe motto.

Ze schrijven zich bij de minste rimpeling in hun zilveren of gouden huwelijk in op een relatie-site, mailen wat heen en weer en maken een afspraakje. Een rendez-voutje heette dat in de jaren vijftig. En nu: een date.

Want een date is spannend. Volgens mij wordt er vooral gedatet óm het daten. Een al of niet stiekem afspraakje met een onbekende, een kopje koffie, een wijntje en als het niet al te hard tegenvalt komt er ook nog wel een bord warm eten op tafel.

Hou dat beeld vast en zie mij met mijn goedgebekte neefje van 16 een Van der Valk binnengaan. Hij wijst met zijn duim over de schouder, terwijl hij smalend zucht: ‘Check, daar zitten weer een paar ouwe lullen te daten’.

En meestal heeft hij gelijk, dan  zie ik ook wel dat die twee keurige oude mensen langzaamaan dichter naar elkaar toeschuiven, je ziet handen op elkaar gelegd worden, er wordt diep in ogen gekeken en als het dan nog niet fout is gegaan lopen ze naar buiten, pakt zij zijn hand en houdt hij onwennig-galant het autoportier voor haar open. Want, zoals een wijs iemand eens zei: als een man het portier van zijn auto openhoudt voor een vrouw zijn er twee mogelijkheden: óf de auto is nieuw, óf de vrouw.

De echt roekelozen en de meest vitalen slaan deze fase overigens over: die duiken meteen de nabijgelegen motelkamer in -het moment dat mijn puberneefje in afschuw de handen voor de ogen slaat.

De markt heeft de oudere daters al lang ontdekt, want die hebben wat te besteden. Als ze niet vast zitten aan wurgalimentaties boeken ze met graagte een liefdesvakantie of een zeil- golf- of tennisreis voor seniorensingles. Sportscholen geven speciale groepslessen waar seniorensingles zich samen amechtig in het zweet werken. Want ook bij de speciale seniorenborrel doet een strak lijf het nog altijd beter dan een bierbuik en tijdens de pannenkoekendate wil je liever ook geen vrouwelijke vetrollen zien. De zorg om er jong te blijven uitzien geeft veel mensen nieuwe rimpels.

Het doel van die aparte single-activitetein voor senioren is steeds hetzelfde: een gezonde, vrijblijvende en interessante ontmoetingsplaats creëren. En dan maar zien of er iets gaat gebeuren wat mijn neefje niet wil weten.

Toch zijn er meer raakvlakken met hemzelf dan hij nu al kan invoelen. Want in zekere zin is de seniorendater weer terug in zijn puberleven; de tijd waarin een relatie net zo makkelijk wordt begonnen als hij wordt beëindigd. Zij een lekker luchtje op, hij een schoon overhemd aan, zij een stralende glimlach, hij een creditcard mee en hup: op naar de volgende date.

4. apr, 2015

Boevenlijst

Crimesite.nl, een website voor misdaadliefhebbers, is bezig met een top-100 van de grootste boeven van het land. Alles wordt in die top-100 op één hoop gegooid, een boef is een boef –of hij nu beroemd, berucht, overleden of onbekend is en het maakt niet uit of hij kleuters heeft verkracht, iemand heeft doodgereden of een politicus heeft vermoord.

De voorselectie bevat namen als Volkert van der Graaf, Joran van der Sloot, Desi Bouterse en natuurlijk een paar dode knuffelcriminelen, voormalige knuffelcriminelen en nóg wat loslopende boeven uit de sector liquidatieopruimingen.

Hier en daar wordt lichtjes geprotesteerd tegen een lijst van criminelen. Men spreekt van een verwerpelijke verheerlijking van mensen die niet deugen. De hoofdredacteur, Wim van der P.,  is zich van geen kwaad bewust. Criminaliteit bestaat, zegt hij, niks aan te doen, en hij wijst er fijntjes op dat er straks zelfs criminelen zullen zijn die geïrriteerd zullen raken omdat ze niet hoog genoeg in de lijst staan of helemaal niet genoemd worden: dat is prestigeverlies onder zware jongens. En geïrriteerde boeven, daar moet je voor oppassen; die pakken dan een motor en een machinegeweer en knallen een stuk of wat misdaadgabbers overhoop.

Dubbele punten -en alweer een artikel op crimesite.nl.

De hoofdredacteur bestrijdt de gedachte dat criminaliteit entertainment is geworden.

Een dooddoenertje.

Geweld als entertainment is al jaren hot op de tv, er zijn misdaadprogramma’s in overvloed en opperknuffelcrimineel Willem Holleeder verscheen op de buis als cultheld en mocht 26 columns schrijven in de Nieuwe Revu. Voor hem lonkt zeker een podiumplek in die criminele top-100. Er was tot voor kort zelfs een rondtour langs Holleeder-gerelateerde plekken in Amsterdam, vier keer in de week. Maar die is stopgezet, omdat die jofele Willem toch een échte crimineel bleek te zijn. Gelukkig is er nog wel de Badr Hari-tour, de Appie Baantjer-tour of, voor wie niet kan kiezen, het algemene pakket: de Liquidatietour door de Wallen, Jordaan én Amsterdam-Zuid.

Ik verzin dit niet, hè.

Ik hoop wel dat crimesite.nl bij de jurering ook rekening houdt met crimineel vakmanschap. Iemand met een automatisch geweer gemaskerd vanaf een motor doorzeven, tja… wat zal ik zeggen…: je raakt altijd wel wat en het is relatief risicoloos. Een blind oud vrouwtje beroven, in vieren hakken en opeten of dumpen in een of ander zuur of in een waterput, en elke week een ander -kijk, dat zijn punten voor de lijst.

Creativiteit moet ook beloond worden, vind ik: zakkenrollers die een bord ophangen op een drukke plek met de tekst ‘Pas op, zakkenrollers actief!’. Waardoor alle passanten naar hun portemonnee tasten, zodat de kruimelcriminelen precies weten waar ze het geld moeten zoeken.

Nou zijn er mensen die beweren dat het echte geboefte in dit land, zeg maar: de crime de la crime, in de regering zit. Maar ik heb het even nagevraagd: ministers en staatssecretarissen zijn –vooralsnog- uitgesloten van deelname.

Topbankiers niet.

 

28. mrt, 2015

Uitvaart

Ooit was een Nederlandse rouwstoet zwart, met een zwart koetsje, zwarte paarden met zwarte kleden erover en daarnaast sjokten mannen met zwarte hoeden op. Maar nou was ik laatst eens bij een uitvaartbeurs… en er is toch wel wat veranderd sindsdien, hoor.

Twintig jaar geleden reed er een roze Chevrolet door Amsterdam, gevolgd door twintig witte rouwwagens en een stoet extravagant geklede gasten: de laatste wens van de uitbater van de überhippe Amsterdamse club iT.  Wat later stond half Nederland te klappen bij het passeren van de kist van Pim Fortuyn en nóg wat later werd André Hazes opgebaard en toegezongen op de middenstip van de Amsterdam ArenA

Op zo’n uitvaartbeurs zie je hoe die ontwikkeling zich heeft voortgezet. Verpersoonlijking van de doodsbeleving is ‘in’ en een dominee of pastoor is ‘uit’. Je schakelt anno 2015 een uitvaartregisseur in en voor het geval er wat te erven valt ook nog een nalatenschapregisseur: ceremoniemeesters van de dood.

De scheiding van kerk en graf.

Wat verder opvalt tijdens zo’n beurs zijn de moderne kisten: ze zijn er zelfs met gewatteerde buitenkanten met daaroverheen stoffen met bloemetjesmotieven, als ware het strijkplankovertrekken. Zonde om door de wurmen te laten opvreten, denk je dan. Maar ja, de fik erin is ook bijna sneu voor de ontwerper.

Glázen kisten mogen niet, maar er zijn wel glazen urnen, zodat je tante Annie ook na haar dood nog kunt zien stuiven op de schoorsteenmantel; en rouwspelden en andere sieraden waar je een heel klein beetje tante Annie in kunt wegwerken. Of mini-urnen, zodat tante Annie verdeeld kan worden onder alle familieleden.

Je kunt ook een waterurn kopen voor in je tuin, waarin door regenwater tante Annie heel langzaam de grond in druppelt.

Ik zag nog wel wat onbenutte kansen, wat is er mis met een asurn in de vorm van een Kalasjnikov voor een geliquideerde onderwereldfiguur. Of, in de bloemensector: 72 boeketten tegelijk voor de gesneuvelde jihadstrijder, één boeket voor elke maagd in hun heerlijke hiernamaals. Dat maakt het nog persoonlijker, met respect voor de idealen van de gevallene. Want echt, er zijn geen grenzen meer.

Ik moest ook wel lachen op die uitvaarbeurs.

Er lag een blad waarin een uitvaartdirecteur het nieuwe jaar begroette met de woorden: ‘Wij wensen u oprecht alle goeds toe in het nieuwe jaar’. Ja, duh. Als wíj alle goeds ontvangen, verdient híj geen cent. Laat hem dan eerlijk wezen en zo’n stukje eindigen met: ‘Prettige doodsstrijd!’ of ‘Kort sal se leven!

Wat zou ik zelf willen? In de grond of in een urn?

In de grond ben ik geen kwaaie jongen, zou ik zeggen. Met op mijn grafsteen dan een mooie tekst: ‘Hij was opgebrand voor we hem konden cremeren.’ Of zoiets.  

En als dat niet mag, dan maar gewoon die frituuroven in; want bij cremeren weet je één ding zeker: alles komt in kannen en kruiken.

21. mrt, 2015

Columns van Arie Bras

20. mrt, 2015

Gezondheid!

Terwijl ik tot u spreek staat naast mij een flesje mineraalwater. Daarnaast een bakje quinoa-rijstwafels met een potje verse bijenhoning en dáárnaast een kommetje gojibessen uit Mongolië. Want ik ben gezond bezig.

Vreemd?

Och. Ik pas me simpelweg aan aan de heersende eetcultuur in Nederland. Gezond eten is in -en terecht, de supermarkten hebben het aan zichzelf te wijten. Hadden ze maar niet al die rare E-nummers in hun voorverpakte eten moeten laten verstoppen. De consumenten, wij dus, zijn zo bang geworden dat wij a. als door een godswonder nog in leven zijn en b. niks verpakts meer vertrouwen. Maar de gezondheidswinkels, die vertrouwen we.

De Ekoshop, die alleen biologisch verantwoord voer aanbiedt, of de boerderijwinkel, die alles  zo van het land haalt. ‘Zonder kankerverwekkende, nierverdelgende of cholesterolverhogende conserveermiddelen, mevrouw’, en ‘zonder kleurstoffen uit geplette luizen, meneer’.

Dus oké, ook ik koop nu wekelijks een zak bloeddrukverlagende, ongezwaveld gedroogde abrikozen bij de abrikozenjuwelier voor een tientje –‘ja, de oogst in Turkije was dit jaar slecht meneer’. En speltkoeken –‘oergraan uit de bronsttijd, meneer. En zonder lectinen , hè’. Ik vraag me af hoe ik ooit mét lectinen heb kunnen bestaan.

Gezond blijven, dat is het doel.

Nou goed, één spoortje van twijfel dan: waarom zie je in die natuurwinkels of bij de biologische slager of bij de warme speltbakker toch zo weinig van die Hollands welvaren-type vrouwen of van die blakend gezonde, goedgespierde mannen? Ze eten toch zo gezond?

Ben ik daar dan altijd net op de verkeerde tijden? Zie ik daarom steeds van die doodsbleke types met milieuvriendelijke papieren zakken vol chiazaadjes ‘zoals de Azteken die aten, meneer’, of tarwegraspoeder ‘uit een onbespoten weiland, mevrouw’ naar buiten schuifelen met een gezicht van verrotte herfstbladeren? Ik kan me vergissen, hè, van binnen zijn ze vast oergezond.  Maar waarom zijn er eigenlijk geen Azteken meer?

Al weerhouden dit soort twijfels mij niet van het volgen van de trend. Ik drink nog uitsluitend losse groene thee van de theejuwelier: het gekookte water twintig minuten laten afkoelen en dan nog eens twintig minuten laten trekken. Geduldig als een Chinees.

Eerst nam ik in afwachting van het bereidingsproces nog wel eens een colaatje of zelfs een biertje, uit pure balorigheid. Maar sinds ik elke ochtend een citroen uitknijp en die met lauw water in één keer achterover sla heb ik die behoefte ook niet meer.

Zo gezond!

Dat je dan de rest van de dag met een zure bek rondloopt, dat neem ik op de koop toe. En zo’n frisse gele rakker beïnvloedt misschien ook je stemming een heel klein beetje.

Wat zegt u…?

Deze column…?

Een beetje zuur??