De Chinezen komen!
Het Gele Gevaar noemden wij ze ooit. Mao zou ons komen opvreten met zijn rode boekje, zoals wij de nasi en de bami van hen opvraten. Maar er gebeurde helemaal niks, er kwamen wel Chinezen, maar die hoorde of zag je niet als je er niet ging eten. Of ergens ging gokken, want daar hielden ze van. En de nasi en de bami kwamen vooral uit Indonesië en niet uit China.
Maar de laatste jaren rukken ze toch stilletjes op, die Chinezen. Wim Kan zei ooit al: ik denk wel dat ze komen, maar één voor één. Er zijn inmiddels straten in Nederland waar tien tot vijftien Chinese massagesalons zitten, naast elkaar, vast heel gewoon hè. Die zaakjes trekken veel mannelijke klanten in regenjassen, maar daar moet u verder niks achter zoeken.
Er verschijnen overal grote Chinese winkels met spotgoedkope dingetjes, de zogenoemde belchinees gokt met de telefoon aan één oor op onze voetbalwedstrijden, er is ook al een rijke Chinees die lachend een hele voetbalclub heeft opgekocht, ADO Den Haag, onze nationale damestafeltennisploeg bestaat uit Chinezen en in Giethoorn is sinds kort zelfs een speciale buskaart ontworpen voor Chinezen -ja maar echt, hè.
Busmaatschappij Connexion verkoopt voor tien euro dagkaarten in het Mandarijn, de nationale taal van China. Onze nieuwe Aziatische vrienden kunnen daarmee een dag rondreizen door Noordwest-Overijssel. En er wordt nog gewerkt aan een folder en een echte dienstregeling in het Mandarijn.
Het Mandarijn begint vanuit Noordwest-Overijssel aan een zegetocht door het hele land, mark my words. Het zal niet lang meer duren of zelfs de sinaasappels bij de groenteboer worden aangeprijsd in het Mandarijn.
Ze zijn welkom natuurlijk, de Chinezen, want het zijn harde werkers en ze hebben iets gemeen met ons: wij worden wel de Chinezen van het westen genoemd, om onze handelsgeest. Maar wat gaat dit betekenen voor de Nederlandse man, in de Nederlandse straat?
Die staat nu al glazig te kijken naar de borden van de halal slager en de islamitische bank, of die bij de Russische supermarkt en straks dan ook nog eens bij een Chinese bushalte. Want die nieuwe landgenoten kennen Arabische, cyrillische en Mandarijnse tekens –en dat zijn nou net schriften die je als bijvoorbeeld Giethoornaar niet zomaar kunt lezen.
Niet zo lang geleden kwamen we met zijn allen tot de conclusie dat de wereld een dorp was geworden, zo dichtbij en bereikbaar was iedere plek op aarde inmiddels. De volgende stap is aanstaande: elk dorp wordt een wereld. Een multi-cultiwereld, die reikt tot in het hart van zelfs een oernederlands dorp als Giethoorn.
Misschien moeten ze ook alvast een andere naam verzinnen voor dat dorp. Babylon?
Eh… hoe schrijf je dat in het cyrillisch, het Arabisch en het Mandarijn?