13. mrt, 2015

Netflix

Er is een revolutie gaande in de Nederlandse huiskamers: ons kijkgedrag verandert, in rap tempo. Vroeger keken we met zijn allen naar tv-programma’s en dan spraken we daarover de volgende dag met collega’s bij de koffieautomaat of met vrienden in de kroeg of met vriendinnen in de sauna.

Maar dankzij de voortschrijdende technische mogelijkheden is dat voorbij: we kijken tegenwoordig televisie wanneer we willen en naar programma’s die we willen –áls we al willen.

Een belangrijke rol daarbij spelen online film- en serieaanbieders, sommige gratis en half-legaal, andere tegen betaling, zoals Netflix -dat geeft niet alleen series en films door maar produceert die ook zelf. Het immens populaire House of Cards is zo’n serie, over genadeloze politici in Washington. En van die serie smijt Netflix dan gewoon op één dag een heel seizoen afleveringen op internet, dertien maal vijftig minuten.

Vanaf dat moment worden in Nederland opeens afspraken afgezegd om vage redenen en vergaderingen opvallend matig bezocht. Want dan begint een groot deel van de natie te binge-watchen –zoals dat heet. Binge-watchen is in één keer de hele serie kijken.

Ik heb dat zelf gedaan met een andere Amerikaanse thuistopper, Breaking Bad. Gewoon vijf seizoenen in één keer achter elkaar kijken –ogen op luciferstokjes, maar man man man wat fijn dat je niet hoefde te wachten tot volgende week. ‘Zullen we er nog maar één’, gaapte ik tegen mijn partner. ‘Nog eentje dan’, fluisterde die dan terug en hup, er ging een nieuwe bak nootjes op tafel en we trokken nog maar een flesje wijn open. Niet te hard zetten, want het is drie ’s nachts uur, zeiden we tegen elkaar en de buren hebben vast nog géén Netflix.

Maar je zal de mensen de kost moeten geven die wél wekenlang in de ban waren of nóg zijn van Amerikaanse, Britse of Scandinavische topseries. Ze kijken wanneer ze kunnen, en als het moet tot in de late uurtjes of een heel weekend. En bij de koffieautomaat herken je ze aan de handen die ze voor hun oren houden om niet per ongeluk de afloop te horen van collega’s die al verder in het verhaal zitten.

Binge-watching, bijna de helft van de seriekijkers doet het.

Intussen is de invloed van een politieke serie als House of Cards merkbaar tot in de Tweede Kamer aan toe. Je zag het tijdens het debat over de bonnetjesaffaire, die leidde tot het aftreden van minister Opstelten en staatssecretaris Teeven.

Het onafhankelijke Kamerlid Louis Bontes, een afgesplitste van de PVV, riep op het hoogtepunt van vermeende intriges, jij-bakken en politieke chaos tijdens dat debat verbijsterd uit: ‘Het lijkt wel of ik naar een aflevering van House of Cards zit te kijken!’  En iedereen in het parlement snapte wat hij bedoelde. Want vraag me niet waar ze de tijd vandaan halen, maar neem van mij aan: ze kijken allemaal.

Waarschijnlijk ’s nachts.

 

6. mrt, 2015

Tuffen

Voetbal kijken met het bord op schoot en wedstrijden in de juiste volgorde - dat was wat we terugwilden, na een commercieel uitstapje een jaar of wat geleden, en we kregen het. Maar ik draai tegenwoordig steeds vaker mijn hoofd opzij als ik op de bank voor de televisie kauw op een stukje rauwe vis of gebakken tartaar. ’t Is dat spuwen.

Tuffen, zei mijn grootmoeder.

Vrijwel elke voetballer tuft tegenwoordig. Ik weet niet of het is gekomen door de betere beelden die we vandaag de dag zien, haarscherp, met super close-ups en desnoods in slow motion en uit alle hoeken. Maar je ziet ze tuffen. Ze tuffen na elke mislukte actie, ze tuffen na een gele kaart, ze tuffen voor een strafschop en als die er niet in gaat tuffen ze weer. Ze tuffen zelfs nog als ze van het veld lopen.

Voetbalimponeergedrag.

In andere sporten wordt niet of nauwelijks gespuuwd. De wielrenner die met één dichtgedrukt neusgat zijn slijmhuishouding op orde brengt middels een welgemikte bermlozing, dat is wat anders. Ik herinner mij ook de schaatser Jochem Uytdehaage die na elke tien kilometer met een baard van snot over de lijn kwam, maar van zijn coach dan steevast een doekje kreeg aangereikt om de rommel af te vegen. Vies was het zeker, maar niet bewust vies en je wist het van te voren, dus je keek dan even alleen naar dat bord op je schoot.

Voetballers tuffen wel bewust, het is er ingeslopen en het wordt massaal gedaan. Sommigen kort en heftig, anderen vormen een soort balletje achter de tanden en tuffen dan erop los alsof ze met een wedstrijdje blaasvoetbal bezig zijn. Het ergste zijn die verwaaide tufjes als het een beetje stormt.

Toch is het raar, dat gespuug. Want betaald voetbal is eigenlijk gewoon zaken doen. Voetballers krijgen goed betaald voor hun werk en de sponsors op de veldborden of op hun shirt maken dat voor het grootste deel mogelijk. Mogen die sponsors daar dan niet een tikje representatie voor terugverwachten? Maar gek genoeg hoor ik nooit een sponsor klagen over ‘zijn’ tuffende voetballers.

Daarom doe ik het maar, hier en nu. Het roer moet om. Kom voetballers, hou er mee op! Doe het desnoods voor mij. Want hee, ik zít daar elke zondag met dat bord op schoot. En ik ben het eh… spuugzat.