Grote doden
Rita Corita is dood. En Joseph Luns ook. Net als Manke Nelis en Simon Vinkenoog.
Hoe ik dat weet?
Er is een site voor: bekendedodenederlanders.com. Daar zie je, als je oud genoeg bent, je eigen leven voorbij trekken: je ziet de namen van mensen die deel hebben uitgemaakt van jouw leven.
Er staan mensen op van wie ik wel wist dat ze dood waren, zoals Toon Hermans en Wim Kan. Jan Wolkers en Anton Pieck. En mensen van wie ik het vermoedde, zoals Cor Witschge, Manke Nelis en Marten Toonder.
Maar ook mensen van wie ook ik nog niet, of niet meer, wist dat ze dood waren: Rita Corita, Willy Walden en Piet Muyselaer. Frits Philips. Wim Bosboom.
Stel nou dat.. ik zeg niet dat het kan… maar hee, we konden ook niet naar de maan vliegen, hè, mind you…! Maar stel nou dat je een kijkje mocht nemen in een door alle religies goedgekeurd hiernamaals waar al die vertrouwde doden ergens zouden moeten zijn.
Lijst in de hand.
Kijk, daar heb je Thé Lau, een relatieve nieuwkomer, hij is in geanimeerd gesprek met drs. P, die ook net binnen is en juist zijn hoed afneemt voor Ramses Shaffy en André Hazes.
De hemel is inderdaad mooi en vooral systematischer ingedeeld dan ik dacht. Daar bij Joseph Luns, in de tweede kamer van rechts, daar zitten Willem Drees, Prins Bernhard en Pim Fortuyn te bridgen. Pim Fortuyn vraagt met zijn bekende snerpende stem: ‘Hoe is het daar beneden, nog altijd een beetje druk?’ Ernaast, aan de linkerkant, wordt proletarisch geklaverjast door André van der Louw, Joop den Uyl, Wim Duisenberg en Marcus Bakker.
Wat een indrukwekkend gezelschap.
Robert Long zit op een roze wolkje te jammen met De Zangeres zonder Naam. Jaap van Meekeren en Ischa Meijer interviewen Bram Vermeulen. Rinus Michels kout gezellig met Gerrie Knetemann. Lennart Nijgh en Frans Halsema maken samen een liedje. En Rien van Nunen en Joop Doderer doen elke dag Swiebertje. Is Riek Schagen er ook al bij eigenlijk, zij speelde Saartje. Ja warempel, daar zit ze en ze presenteert koekjens aan iedereen. Nee, het is bepaald geen dooie boel in de hemel.
In het vak tussenletters vragen Annie M.G. Schmidt, Wim T. Schippers en Willem O’ Duys zich ongeduldig af waar Peter R. de Vries blijft, want die is nog altijd niet doodgeschoten door een van zijn vele onderwereldcontacten. (Wim T. Schippers is natuurlijk niet echt dood: hij ziet dit als een kunstobject.)
Onder de hemeldouche van puur regenwater schalt de stem van Cornelis Vreeswijk dat het misschien nog wel beter wordt en Friso Wiegersma neuriet zachtjes mee als Wim Sonneveld nog maar eens Zo heerlijk rustig aanheft. Faas Wilkes poseert voor Carel Willink en Karel Appel zit ernaast; Cor Witschge en Tom Manders doen samen Pipo de Clown en Dorus-sketches.
Godfried Bomans vertelt sprookjes aan Tony Boltini. Het is een feest der herkenning; mijn hemel, wat is het daar gezellig! Rita Corita vraagt de hele dag wie er nog koffie moet, Jules de Corte heeft een blind date met Ien Dales. Ik zou weleens willen weten…’, zingt hij. ‘Hoe ze d’r eruit ziet...’ vult eeuwige grappenmaker Rudi Carell aan.
Aan de bar zitten Theo van Gogh en Nico Haak. Een tafeltje verderop drinken Albert Heijn en Freddy Heineken een Bavaria. Anton Heyboer praat over de vrouwen, Fons Jansen over de kerk. Theo Koomen verzucht tegen Herman Kuiphof en Jean Nelissen: ‘Man man, als ik dit geweten had... Dit hadden we dus al dertig jaar eerder kunnen hebben?’ Willem Oltmans roept met schrille stem dat het a bloody shame is, proest het uit en slaat Prins Bernhard joviaal op de schouders.
Het is met niets te vergelijken, of nou ja, opeens weet ik het… Het is een sfeer als die na een heftige sportwedstrijd of een slopend Kamerdebat. Iedereen heeft van alles geprobeerd om te winnen, tot vuil spel en verbale intimidatie aan toe, maar nu is de strijd gestreden. Het hoeft niet meer, ze zijn klaar. En dan drink je een biertje met je tegenstander, of je nou voetballer bent of parlementariër.
Bij mijn vertrek vang ik nog een glimp op van Gerard Reve, die Raden Maar speelt met Kees Schilperoort. En als de hemelpoort zich sluit, hoor ik nog Cor Steyn die op zijn orgel Wally Tax en Herman Brood begeleidt.
Gerustgesteld keer ik terug naar de aarde; het is er inderdaad nog een beetje druk. Maar ik weet nu dat het goed komt met al die verschillende mensen en meningen: uiteindelijk wordt iedereen weer vriendjes met iedereen.
Na de wedstrijd.