No kids allowed
Kleine kinderen verbieden in restaurants, moet dat kunnen in Nederland? Volgens de actiegroep No Kids Allowed wel en daarom woedt er nu een verbitterde strijd op sociale media tussen voor- en tegenstanders.
‘Bent u zelf nooit kind geweest soms?’ vraagt een zwaar beledigde ouder. ‘Als je geen kinderen kunt opvoeden, maak ze dan niet,’ luidt een van de kribbige antwoorden. Waarna partijen overgaan op termen als kutkinderen! aan de ene en vuile Hitler! aan de andere kant.
Ja, er ís wat leed als je 't weet.
Maar wat is er nou zo vervelend aan kleine kinderen in een restaurant? Nou, ze spelen. Ze rennen en ze vliegen, ze jengelen, ze schreeuwen. Maar vooral: de ouders grijpen niet in. Die zijn te moe, ze zijn het thuis ook gewend of ze vinden gewoon dat het moet kunnen -een erfenisje van de anti-autoritaire opvoedingsgolf uit de vorige eeuw; de tijd dat zijzelf bij de visite op de tafel stonden te dansen -en hún paps en mams zeiden daar niks van.
Moest kunnen.
Kinderen zelf kun je niets verwijten. Voor hen ís de wereld één grote spannende speelplaats. Zeker als niemand hun heeft verteld dat het voor andere mensen vervelend is, als er ook buiten speelplaats of schoolplein geschreeuwd en gerend wordt. En in een restaurant kun je onder tafels kruipen, je achter mensenbenen verschuilen of met een snottebel onder je neus een praatje aanknopen met een andere gast, die net met hand en vork een oester naar binnen probeert te schuiven.
Nou zijn er restaurants waar kinderen meer dan welkom zijn. Pannenkoekenrestaurants. Of Mac Donalds, Wimpy’s en Burger Kings. Daar worden ze gillend van pret zo dik gevoerd dat het een wonder is dat ze nog kunnen rennen. Maar in Australië, de VS en nog wat andere landen noteren speciale kindvrije restaurants inmiddels sterk verhoogde omzetten.
De ouders van jengelend kroost vinden dat de kinderzuurpruimen wel wat toleranter mogen zijn, want het zijn nog maar kinderen, toch? Later, als ze groot zijn, dan kunnen ze nog lang genoeg in een keurslijf lopen. Tegelijkertijd zit daar misschien wel de grootste zorg: heel vervelende kinderen die denken dat ze alles mogen, groeien op tot heel vervelende grote mensen die denken dat ze alles mogen. Soms via de tussenstations voetbalhooligan, relschopper of straatterrorist.
Steeds meer vliegmaatschappijen laten geen kinderen meer toe in bepaalde delen van het vliegtuig, omdat de helft van hun passagiers zich ergert aan slecht opgevoede kinderen. Wie kent niet zo’n Pietje Bell achter je in het vliegtuig, die uit verveling aan je haren begint te trekken. De ouders voeren dan meestal een excuusgesprek, niet met jou, maar met het kind -en op extra luide toon, zodat het slachtoffer het goed kan horen. ‘Wat doe je nou, die meneer zijn haarstukje van zijn hoofd trekken? Dat mag je niet doen hoor! Geef terug, geef maar terug dat haar aan die meneer. Nee, niet mee gooien!’
Waarna een volgende passagier opschrikt uit een dutje, omdat er een toupet met kracht op zijn hoofd landt. Pas dan komt er –soms- een gemompeld excuus met meestal nog een verzachtende omstandigheid erbij. Zoals: ‘Och, hij is aan slaap toe’.
Ouders van kinderen die alles mogen, lijken wel een beetje op doorgeslagen hondenbezitters, die, als hun lieve viervoeter weer eens kwispelstaartend het kruis van je nette broek staat te bekwijlen, roepen: ‘Oh sorry, hoor. Dat doet ie anders nooooit!’ Ik ken iemand die zo’n kruizenruiker meteen een gerichte karatetrap verkocht en toen het beest jankend wegliep, uitriep: ‘Oh sorry, hoor, dat doe ik anders nooooit!’
Kijk, het vliegtuigettertje is nu bezig om de stoelzitting te slopen en watervlug als ie is probeert ie daarna kruipend het karretje van de stewardessen nog even te kantelen. Dan volgt een verantwoorde pets van de vader, waarna het gejengel overgaat in gekrijs, zodat iedereen er last van heeft en de onvermijdelijke kindervriend in het toestel zich omdraait en roept: ‘Moest dat nou? We zijn toch allemaal jong geweest?’
Jazeker. En kinderen zijn geen honden en ik ben óók gek op kinderen, echt waar. Maar ze moeten niet in mijn kruis kwijlen. En van mijn toupet afblijven.