Me column
Het woordje ‘me’ is dit jaar door zowel Nederlanders als Vlamingen gekozen tot het meest irritante Nederlandse woord. ‘Me’ in de vorm van bezittelijk voornaamwoord: dus ‘me fiets’ in plaats van ‘mijn fiets’. ‘Me’ won het van ‘diervriendelijk vlees’; het woord ‘plezierjacht’ behaalde het brons.
Onmiddellijk na zo’n verkiezing barst op de sociale media dan altijd een soort taaljihad los tussen strenggelovige taalpuristen en losgeslagen woordenboekverbranders, die vinden dat het allemaal moet kunnen. Dat zijn voor mij de fijne dagen.
Voorstanders van ‘me fiets’ zeggen dat het logisch is dat de taal verandert. We zeggen bijvoorbeeld toch ook al ‘je’ fiets in plaats van ‘jouw’ fiets? Nou dan. De schrijftaal volgt gewoon de spreektaal. Iemand ergens op een site haalt een nu voor ons vrijwel onleesbare tekst tevoorschijn van slechts 250 jaar geleden. Hier kijk maar, zo snel kan taal veranderen.
Touché. Woedende reacties van de puristen. Taal is iets waar je niet aan moet komen, taal is van ons eige! En het moet mijn fiets zijn en niet me fiets. Iemand roept in het vuur van de taalstrijd dat ‘me’ als synoniem voor ‘mijn’ alleen toegestaan zou moeten worden in bepaalde uitdrukkingen, die van zichzelf toch al ordinair zijn, zoals ‘lik me reet’. Weer een ander zegt: de volgende stap is het vervangen van eens door is, let op uw saeck. Luister is, vertel is. Je leest het al.
Iemand die zich Taalnazi noemt, maakt zich zo kwaad over het door elkaar gebruiken van is en eens, dat hij met een gewaagde maar doeltreffende suggestie komt. Hij schrijft: ‘Het is “Ik ben, hij is en wij zijn”. Degenen die ‘is’ en ‘eens’ door elkaar gebruiken, komen vast wel EENS in een tattooshop en dan IS het een kleine moeite om dit simpele rijtje op piemel of schaamlip te laten prikken, zodat bij elk sanitair intermezzo de stof eenvoudig en discreet weer EENS herhaald kan worden.’
Dat zeg ik: de emoties laaien hoog op.
De braakemmer voor taalpuristen is natuurlijk de tweedehands verkoopsite Marktplaats, de plek waar het gebeurd met een d. Waar Bolle Jan, als seg maar eenvoudige man uit de Dapperstraat zijnde, ze schemerlamp in de rams gooit. Voor weinig.
Ook die taalvervuilers worden veelvuldig geciteerd door hun de taalbehouders, die er zich suf aan irriteren, nu en straks.
Want taalverloedering heeft de toekomst. Let op me woorden.