5. apr, 2016

Willy van Nassouwe

De Dichter des Vaderlands, Anne Vegter, heeft gesproken: het Wilhelmus is hopeloos verouderd, die ouwe meuk moet op de schop.

Ik zeg het maar even in mijn eigen on-poëtische woorden en die kant moet het ook uit. Eigentijds moet het worden, qua tekst en muziek. Het is een volkslied per slot van rekening.

Vegter gaat overleggen met deskundigen, zegt ze, over de eisen waaraan een moderner volkslied zou moeten voldoen. Tja. Als je dat doet krijg je weer zo’n John Ewbanks-horrorlied, wie je van weet dat je niet zal scoren. Of zo’n rijmwoordenboek-rap. Of iets hoogdravends zonder komma’s en hoofdletters in een woordvolgorde die de gemiddelde voetbalinternational in de rooie vlekken drijft.

Want dat is waar we het voor doen, hè, voor de voetbalinterlands. Gespeeld wordt het volkslied ook wel, als de koning ergens uit de koets komt of als we als natie iets hebben gewonnen; maar de melodie, daar ga ik niet over, dat moet Tonny Eijk maar doen, of zo’n überhip DWDD-bandje. Qua tekst heb ik wel een mening.

Elke voetbalinterland weer zien wij met kromme tenen hoe onze oranjejongens zich, strikt in de houding, stukbijten op onmogelijke zinnen vol Duitsen bloed en dood. Of doed, anders rijmt het niet:

Check dit:

Wilhelmus van Nassouwe
ben ik, van Duitsen bloed,
den vaderland getrouwe
blijf ik tot in den dood.
Een Prinse van Oranje
ben ik, vrij, onverveerd,
den Koning van Hispanje
heb ik altijd geëerd.

Inderdaad, hopeloos verouderd, dit is zó tachtigjarige oorlog, zó CreaBea… ‘We zijn een ander volk geworden en onze maatschappij is erg veranderd’, trapt Anne Vegter een open paleisdeur in. Dit is niet meer uit je bek te krijgen, bedoelt ze en ik snap die voetballers op het veld en die fans op de tribune wel, als ze onzeker stamelend het volkslied, hún volkslied uit hun strot proberen te persen. Tegelijkertijd wordt bij Feijenoord Geen woorden maar daden wél uit volle borst meegebruld en zingen bij het Ajax-strijdlied Bloed, Zweet en Tranen 50 duizend Amsterdammers hun kelen schor. Kwestie van de juiste tekst op de juiste plaats.

Die teksten zijn dan ook ooit gemaakt door de volkszangers Jaap Valkhoff en André Hazes (‘Ik stond op het perron/ik dacht dat ik je kon’) (‘Hoezo niet goed, pik, het rijmt toch?’)  Rechttoe recht aan, en zo hoort het.

Makkelijk gezegd allemaal, ik hoor het u denken. Maak dan zelf eens wat, man.

Nou, het is dat u zo aandringt...

Kijk, de weg is al geëffend door Sander van de Pavert, die met Lucky TV van onze koning Willem-Alexander de cultfiguur Willy heeft gemaakt. Een man met een Haags accent, die normaal doet. Het koningshuis heeft er een boost van gekregen van heb ik jou daar. Populariseren, daar gaat het om. Of, in de woorden van Joop Visser: het gaat om wat je samenbindt en niet om wat je scheidt.

Taalkundig gezien moeten de  rijmwoorden ongeveer dezelfde klank houden als die in het hopeloos verouderde Wilhelmus en natuurlijk moeten die al net zo kenmerkende uithalen erin blijven.

Zei ik nog Wilhelmus? Excuus. Willy van Nassouwe  moet dat zijn.

Krijgen we dit:

Mijn Willy va-han Nassouwe

die doet het supergoed

Hij valt op mooi-ho-hoooie vrouwen

van Argentijnsen bloed      

Dan gaan we omhoog met de melodie, ik hoor het volk in de Johan Cruijff Arena of de Nieuwe Kuip al meebrullen, staande, verenigd, met de pet c.q. de hoofddoek in de hand.

Eé-heen pilsje dan…

zo’n kouwe… 

krijg ik van hem steeds weer

Het zo-hoho-hooon-tje van….

die ouwe...

is een hele toffe peer

Gejuich, fluitsignaal, klaar. Modern koningschap, het is niet anders. Kijk eens naar al die spandoeken! 

Je suis Willy.

 

 

29. mrt, 2016

Bellen met een berenlul

Ik ben niet zo’n liefhebber van snackbars of fast food restaurants. Mijn ondergrens ligt bij één Big Mac per jaar, als de koelkast leeg is en er echt niks anders meer open is. Want ik vertrouw al heel lang niks meer wat in frituur is klaargemaakt. Zelfs niet als dat een broodje aap is.

Nee ik ben geen eetsnob, maar ik snap wel dat het even wennen is, die cafetariawereld, voor wie gewoonlijk prikt in een gepofte flespompoen op een bedje van vloeibare geitenkaas of sabbelt aan een in het hooi gerookte tamme konijn met een crème van trompet de la mort.

Hier, in de snackwereld, noemt men kroket of frikadel vanwege de gelijkenis gewoon een berenlul, men rept van ‘even een vette bek halen’, van kapsalon, kipcorn of van worstenbroodje -net door de rest van de wereld uitgeroepen tot smaakmaker van Brabants cultureel erfgoed. Ander slachtafval uit de frituuroven luistert naar namen als vlampijp, smulrol, eierbal, doelpaal, broodje speklap of discodel –ook geen feestjes voor het maag-darmkanaal, als u het mij vraagt.

Maar ik moet zeggen, er is nu een cafetaria die misschien wel een nieuw tijdperk inluidt in de snackbeleving. Hij ligt in Best, midden in worstenbroodjesgebied, en geldt als een van de beste in zijn soort: nummer 5 in de top-100 van snackbars. Niet misselijk. En de nummer één, Alida’s Smulpaleis te Roden moet op zijn tellen gaan passen.  Mieja’s Snelbuffet uit Oude Pekela is al aan de zegekar gebonden.

Want eigenaar Jos en zijn vrouw Nathalie proberen in hun Kwalitaria XL zo gezond mogelijk ongezond eten te maken. De Kwalitaria-man is niet zo’n typische bitterballenboer met een waaier van zweetharen over zijn voorhoofd, die je met een vet schort aan toeblaft of je worst lust, of desnoods een kipcorn,  nee, Jos is atypisch. Hij komt persoonlijk opnemen aan je tafeltje en je friet komt niet in een zielig plastic bakje maar in een aardewerken stenen schaaltje; goed voor milieu, mondbeleving en smaaksensatie. Met een mooi servetje erbij en een mes en een vork. En laten we wel wezen: een hotdog eten met mes en vork, waar zie je dat nog? Jos heeft zelfs zijn eigen frietfabriek, achter de Kwalitaria -de Kwalifriek, denk ik.

Maar daar gaat het mij allemaal niet om.

Het gaat mij om een nieuw plan van Jos, of liever gezegd, van Nathalie. Zij heeft een afwasbare placemet bedacht –ja, met een e, want het is ook patátmet- met in het midden ruimte om je mobiele telefoon op te leggen. Zodat mensen niet meer op hun schermpje gaan zitten staren tijdens het nuttigen van vlampijp of smulrol, maar met elkaar in gesprek gaan.

Om dat wat te stimuleren heeft de vrouw van d’n Jos vragen opgeschreven rond het mobieltjeskerkhof op dat placemet. ‘Kies een onderwerp en ontdek hoe leuk een live gesprek is’, staat er. En dan: ‘Deel je meest gênante moment’. Of: ‘Wat zou je liever hebben, één vinger missen of voor altijd naar knoflook ruiken?’

Nou weet ik ook wel, er zijn smoezelige snackbars met een levensgevaarlijke snijmachine waar de eigenaar wat de laatste vraag betreft aan beide keuzemogelijkheden voldoet, maar dat doet er nu even niet toe. Het zijn vragen die discussie uitlokken. En het arsenaal kan nog worden uitgebreid, zeker –en daar is sprake van-  als andere snackbars dit idee gaan overnemen. Bijvoorbeeld met vragen als: ‘Wat doe ik hier in jezusnaam?’ Of: ‘Waarom eet ik deze troep?’ Probeer daar maar eens op te antwoorden met een vol liefde klaargemaakte berenlul in je vette bek.

Onderwijl, op de achtergrond, kiepert Jos blijmoedig een vers litertje frituurolie in de oven. Want over lichamelijk welzijn gaat hij niet, hij richt zich op de geestelijke gezondheid.

15. mrt, 2016

Kikker in je bil

Ja, ik weet het, 1 april komt er weer aan. Zucht. De dag dat ik in bed blijf, gordijnen dicht, televisie uit. Smartphone in een donkere lade. Ik heb dan echt geen zin meer in al die flauwe grappen, want tegen die tijd ben ik helemaal lachmoe.

Dat komt, de meeste heb ik al zien aankomen. Want die worden in de weken voorafgaand aan de Grote Dag, nu dus, langzaam opgebouwd, zodat het op 1 april zelf een grote verrassing is dat het niet waar was.

Lachuh!

Ik heb zelfs een lijstje gemaakt van 1 aprilgrappen die je dezer dagen al kunt vinden in kranten en op websites. Waarvan je op 1 april denkt: sjezus, dat ik daar nog ben ingetrapt ook! Zo maar een paar, in willekeurige volgorde:

1.

Airbnb-buren kunnen gasten gaan beoordelen. Dus als je naast iemand woont die een kamer of zijn hele appartement verhuurt aan toeristen, dat jij als buurman dan in de gaten houdt of die gasten wel deugen. Dan weet de volgende Airbnb-verhuurder wat hij in huis krijgt. Want die huurders schijnen nog weleens overlast te geven, met een piek onder appartementhuurders in de Brusselse wijk Molenbeek. Briljant plan, de omgekeerde wereld -als het waar zou zijn. Maar wij weten wel beter. Hihihi.

2.

Er komt een chocoladepretpark in Amsterdam. Ha ha  ha, je kunt me nu al wegdragen!

Chief chocolate officer van Tony's Chocolonely Henk Jan Beltman zegt, dat hij binnen drie jaar een chocoladefabriek laat bouwen in een lasloods in Amsterdam-Noord. Daar gaan een half miljoen bezoekers per jaar dan een hoop bruine pret hebben. Ze kunnen dan onder andere –proest!- in een achtbaan door de fabriek roetsjen. Henk noemt zich de Hennie Honka van Nederland, een verwijzing naar Willie Wonka in Sjakie en de Chocoladefabriek van Roald Dahl. Hoe duidelijk wil je het hebben! Hahaha! Ik kan niet wachten op de pretoogjes van Hennie Honka op de ‘persconferentie’ begin volgende maand, met in chocoladeletters op het bord achter hem: 1 april!

3.

De regering wil dat wij met onze smartphones opnames gaan maken bij de huisarts. Hahahaha!  Ik lig nu al krom.

Gezondheidsminister Edith Schippers -ze hield haar gezicht met moeite in de plooi, ik zag het wel!- zegt dat dat mag en dat het ook –hmpff, giechel- verstandig is. ‘Dan kun je thuis naluisteren wat de dokter eigenlijk gezegd heeft.’ Want veel mensen vergeten informatie uit het gesprek met een arts. Daarom is het handig als ze dat thuis nog eens kunnen horen, tenzij hun klacht volledige doofheid betrof. ‘Wat zei die nou, Henk?’ 'Ja, dat weet ik niet meer, Ingrid, ik was te druk met mijn opnameknoppen op dat kleine rotding.’ ‘O zo. Vergeet je niet het gesprek straks op Facebook te zetten?’

Nee, Edith, schallekie schallekie, daar trappen wij niet in! Die huisartsen misschien, maar wij niet. Hihi.

4.

Asielzoekers eisen ander eten, zo niet dan gaan ze dat stelen. Ik lig krom én dubbel!

Een Albanees klaagt dat hij eerst vijftien jaar in een Duits asielzoekerscentrum zat en dat hij daar tweeduizend euro per maand kreeg voor voedsel, zoals het hoort. Maar hier, in dat gierige Holland, moet hij magnetronmaaltijden wegkauwen. Mooi niet. Hij is dan wel nog steeds niet erkend als vluchteling (maar dat zal volgens hem echt geen tien jaar meer duren), maar hij heeft wel recht op eten, vindt hij. Dus stelen moet kunnen.

Gotsamme, hahaha! Ik pies in ’n broek!

Wat zullen die al die bevooroordeelde Nederlandse journalisten opkijken als hij over een paar weken de pers optrommelt in de buurtsuper en grijnzend laat zien dat er tussen de diepvriesmaaltijden een briefje ligt van hem: 1 april, kikker in je bil!  Toppunt van integratie!

En zo zijn er meer van die quasiberichten, voor wie het wil zien. Nederland is één grote grap deze maand.  André van Duin gaat Heel Holland Bakt presenteren! Natuurlijk. Met slagroomtaarten gooien zeker, duh!

Volgens De Telegraaf is er in september een aanslag voorkomen op de Tweede kamer. Ja hoor! Een belastingaanslag zul je bedoelen! Mwahahahah! Ik moet even gaan liggen, is me dat lachen! Poeh!

Dus daarom zal ik mij op de Grote Dag Dat Alva Zijn Bril verloor, afzonderen in stilte. Moegelachen. En overdenken dat het weer lastige weken waren voor aprilgrapwatchers.

Gelukkig wordt dat eindelijk ook erkend door het parlement, zodat we in de toekomst wat beter met deze weken kunnen omgaan. Na lang debatteren in de commissies ligt er nu een afgerond plan voor de oprichting van een apart ministerie, dat ons bewuster moet gaan maken van de grap in de samenleving: het ministerie van komedie. De plannen daarvoor worden over een paar weken gepresenteerd.

Op een vrijdag.

Woehahaha!

 

(tekening: www.blogzondernaam.punt.nl)

10. feb, 2016

Veilig

Er gaat voortaan in Zaandam een politieauto mee als er een ambulance wordt gevraagd in het asielzoekerscentrum daar. Want de vorige keer werden de broeders in elkaar geslagen en dat is niet de bedoeling bij hulpverleners.

Met de politie gaat tegenwoordig ook standaard een ambulance mee, zeggen ze, en als de brandweer aan de palen naar beneden suist, is de ziekenwagen vast vooruit. Hulp verlenen moet je afdwingen.

Op straat worden agenten sinds kort beveiligd door extra collega ‘s met machinegeweren. Mensen die een mening uiten in het openbaar krijgen een lijfwacht. In liquidatiewijken als Amsterdam-Zuid eisen bewoners kogelvrije vesten, als bescherming tegen rondvliegende collateral damage uit criminele kalashnikovs. Bij synagoges staan burgerwachten tegen spuwende Marokkaantjes, als homostellen hand in hand willen lopen moeten er potige beveiligers omheen. Om ons huis staan lampen die potentiële inbrekers al bij de poort in het licht zetten, op al onze sloten en deuren zitten alarmsystemen en er is buurtbeveiliging. Er is grenscontrole tegen gelukzoekers, op de luchthavens is de marechaussee versterkt en op en in de treinen patrouilleert de spoorwegpolitie om hufters en zwartrijders te grazen te nemen.

Werkplaatsen worden in de donkere uurtjes beveiligd met blaffende honden en ook boerderijen kunnen niet meer zonder honden van het type eerst bijten dan blaffen. Discotheken en hard core festivals worden bewaakt door kaalgeschoren sportschooljongens met spieren als kabeltouwen en extreem korte lontjes. En als het dan nog misloopt kunnen we de beelden opvragen van de beveiligingscamera’s in de uitgaanswijken of van winkels. In voetbalstadions staan norse stewards klaar tegen hooligans

Zo zorgen wij er met zijn allen voor dat Nederland hartstikke veilig is. Uw smartphone of laptop is beveiligd met een wachtwoord of een vingerafdruk. In warenhuizen staan detectiepoortjes die piepen als u per ongeluk iets niet heeft betaald en als u maar genoeg schuift, zorgen gespecialiseerde nerds er voor dat uw computer niet gehackt kan worden. Uw wachtwoord is veilig als u het opslaat in een streng beveiligde cloud.

Op de weg controleren laserguns of we niet harder rijden dan de toegestane, veilige snelheid. In de lucht worden piloten beschermd door een stalen deur die alleen open kan met een code. Wij trainen sinds kort ook roofvogels om drones uit de lucht te halen, die mogelijk chemische, nucleaire of ander rommel over ons willen uitstrooien –althans de kwaaie pieren die deze drones bedienen. De tijd dat we alleen bang waren voor een oehoe in Purmerend lig al weer ver achter ons.

Ik dacht laatst: ik wil dit niet meer. Ik wil ontsnappen aan deze gekte, aan dit idiote maatschappelijke systeem, waarbij iedereen zijn fiets op slot moet zetten of een autoalarm moet installeren. En toen zag ik haar op de televisie:  een stoere, blonde vrouw, op zoek naar iets ver wegs  -laten we haar Floortje noemen. En als ik zeg ver weg, dan bedoel ik ook ver weg, hè. Vijf dagen reizen per vliegtuig en per boot en dan nog zeven dagen lopen en een dag of wat kruipen; maar toen was ze er ook. Op een plek die bijna niemand kende en waar oermensen woonden die nog nooit andere mensen hadden gezien, laat staan een onverschrokken type als Floortje.

Het was het meest idyllische plekje op aarde, waar mensen alles met elkaar deden, er was geen eigendom en ze aten wat er werd gevangen in de bossen of in het water van de rivier. Geen sloten op de deur, geen naderingslichten, geen buurtbeveiliging. Politie? Nooit van gehoord. Het water in de rivier was zo schoon dat ze het gewoon dronken, zó -uit een kommetje van hun hand en als ze warm water wilden dan sloegen ze even vuur uit twee steentjes.

Maar nu was er een probleempje, vertelden ze aan Floortje. Er was een man langs geweest van een grote oliemaatschappij en die had gezegd dat ze wilden gaan boren. Een eindje verderop, zeg maar een dag of zes kruipen. En  daar zouden ze dan last van hebben, want dat zou de rivier vervuilen en dan zouden ze het water niet meer kunnen drinken uit de rivier. En nu kwamen er al steeds meer mensen van die oliemaatschappij langs, om ze een voor een uit te kopen. Maar dat wilden ze niet. Want wat moet je nou met geld als je alles al hebt?

Daarom heeft Floortje ze een dringend advies gegeven: beveilig je gebied, anders ben je de pineut. Zouden ze doen.

Floortje, bedankt. Acht dagen kruipen, vijf dagen lopen en een uurtje of zestig op de boot, drie dagen vliegen en ze was weer thuis. Net op tijd om het pleidooi te horen van twee raadsfracties in haar stad, Amsterdam: plaats trapjes en touwen langs de grachten om te voorkomen dat er dronken toeristen in de gracht blijven lazeren. En ze wist, wat er elders op de wereld ook gebeurt, hier ben ik veilig.

31. jan, 2016

Showsjoemelen

Er gaat een schok door Nederland. Fred Oster heeft uit de school geklapt. Wie? Fred Oster. Bij sommigen beter bekend als het sprekende pak: een gladde quizpresentator, en daarvóór ook producer van spelshows.

Deze Fred heeft nu, en met hem nog wat voormalige omroepdirecteuren, bevestigd dat er bij die spelshows werd gesjoemeld. Als er bijvoorbeeld leuke kandidaten waren in de quiz dan mochten die niet afvallen. Want dat zou slecht zijn geweest voor de kijkcijfers. Fred had dan een pakje vragen in zijn hand en de bovenste waren moeilijk, die waren voor het saaiste stel, en de onderste de makkelijke vragen, die waren voor de leuke mensen. Er was ook een loeispannend spel met een buis die onder stroom stond en waar je een ringetje overheen moest halen zonder de buis te raken. De saaien kregen een schok, desnoods met een klein duwtje van Fred, en bij de leuken zette je eenvoudigweg de stroom uit. Zo makkelijk was dat, alles voor de kijkcijfers.

De lelijkerds gingen naar huis met een broodrooster en de leukerds gingen door voor de koelkast. Apparaten die overigens betaald werden door de fabrikanten, want gratis reclame.

Wat mij nou zo verbaast is dat nu half Nederland op zijn achterste benen staat omdat bekend is geworden dat er gesjoemeld werd op de televisie. Tja. Is Geert Wilders geblondeerd?

Op de sociale media gaat het helemaal los. Werd er gesjoemeld voor de kijkcijfers??? Zeg dat het niet waar is!! Het is alsof een zesjarige te horen krijgt dat die man in die tabberd gewoon ome Henk was. Je wereld stort in, of niet dan?

Maar ja, mensen, het heet niet voor niks show business. Make believe, noemen ze het in Amerika wel. Doen alsof, zou je kunnen zeggen. En waarom zijn mensen nog verbaasd over het feit dat iets nep is op de televisie. Televisie is altíjd nep!

Het begint al bij de schmink, waar ze je bakkes vol pancake smeren zodat je iemand anders ziet dan je denkt te zien. Zogenaamd spontane gesprekken zijn tot op de laatste komma voorbereid; er is al jaren chromakey, dat is een techniek waarbij je om het even wat voor virtuele omgeving produceert en doet of je daar echt bent. Ontwikkeld in Hollywood, het centrum  van de make believe!

Weleens die virtuele reclameborden gezien bij een voetbalwedstrijd? Dat een keeper een uittrap neemt en dwars door zo’n bord heenloopt? Ikzelf ben de verbazing al lang voorbij. Soms vraag ik me weleens af of er wel echt mensen zitten in dat stadion of dat ze daarvoor publiekbanden gebruiken, net zoals die lachbanden onder slechte comedy’s. Wat? U dacht dat ze echt lachten? Laat me niet lachen. Televisie liegt, mensen, altijd!

Swiebertje was geen zwerver, maar een acteur; in zijn kopjen koffie zat niks, hij deed gewoon alsof. René Magritte schilderde eens een pijp en schreef daarbij: dit is geen pijp. Het schilderij werd wereldberoemd en hij had ten diepste natuurlijk gelijk: Het was geen pijp, het was verf. Soms is wat je ziet niet wat je ziet. En kijk, daar kun  je wat mee op een medium als televisie. Sjoemelen.

Televisie is sjoemelen.

Behalve het Journaal natuurlijk, dat baken van onkreukbaarheid. Ik hoor het u zeggen. Maar dan zie ik Jeroen Overbeek op woensdag 26 januari om 00.05 uur het laatste Journaal aankondigen, ‘straks na de reclame’, met de volgende zin: ‘Station Termini in Rome is ontruimd omdat daar een man is gesignaleerd met een vuurwapen! Zo dadelijk meer!’ Nu had ik al uren daarvoor op internet gezien dat die vuurwapenman slechts een speelgoedgeweer bij zich had voor zijn zoontje en dat er niets meer aan de hand was op station Termini in Rome. Maar Jeroen en zijn redactie wilden dat wij, op het puntje van onze stoel, naar het laatste Journaal gingen kijken. Als het om kijkcijfers gaat, is de waarheid maar een hinderlijk detail. Gesjoemel op de televisie, zelfs bij het Journaal? Is de paus katholiek? Bestaat Sinterklaas echt niet?