Sketch voor zes dames aan een tuintafel
‘Zeg... die jongen die het songfestival won, hoe heet ie ook alweer… Bob?’
‘Bob, ja Bob…geloof ik..’
‘Nee, Bob, dat was toch zijn achternaam?’
‘Nou ja wat maakt het uit, je weet toch wie ik bedoel? Hij heet net als mijn neef, of heette die nou Rob…’
‘Wie?’
‘Nou, die Bob. Van het songfestival! Jij nog wat nootjes?’
‘Hoe heet die van achteren dan?’
Ja, eh nou…, eh dinges… Hij heeft zo’n jongenskop en van die vreemde ogen, net als die Rob van het songfestival..
‘Bob…’
‘Ja dat zeg ik, Bob.’
Zes meisjes van boven de vijftig aan een tuintafeltje in de schaduw. Er staan wijntjes op tafel. En nootjes. Ze snappen doorgaans snel wat de ander bedoelt. Alleen die namen... Hoor, het gaat nu over een acteur.
‘Die acteur uit dinges... die met dat grijze haar.’
‘Ja dat hebben er zoveel!’
‘Hij speelde in De Lift en ook in Flodder geloof ik, of was dat iemand anders? Die Limburger!’
‘Ja, wacht ik weet wie je bedoelt, hij deed ook mee in die tv-serie Met de muziek mee of zoiets, over de revue.’
‘Ja meid, wat een goeie serie was dat, hè! Hij speelde de vader van die jongen. Toch?’
‘Ja, of een oom. Grijs haar, een beetje klein en vierkant, wat jij net zegt. ‘
’En hij loopt altijd zo met zijn borst vooruit.’
‘Precies! Alleen die náám...’
‘Iets met een H erin, dacht ik.’
‘Nee, met een B, volgens mij. En zijn achternaam lijkt op Verstappen. Henk, Harry?’
‘Hij speelde ook een theatervoorstelling over de verschillen tussen mannen en vrouwen, stond ie in zijn eentje op het podium.’
’Ja, Mars en Venus heette dat… geloof ik.’
‘Goed deed hij dat, hè. Ik sta trouwens droog, meiden!’
‘Maar hoe héét hij nou, hè verdorie!’
‘Ja, dinges, Stappen of zo ja. Ik weet precies wie je bedoelt, kind, ik zie hem zo voor me.’
‘Zullen we de naam dan maar overslaan, laten we hem gewoon Dinges noemen. Wat maakt het uit, eigenlijk?’
‘Nee, helemaal niks, we weten toch wel wie of wat we bedoelen.’
Er wordt wijn bijgeschonken.
‘Maar toch, ik kan zó slecht nog namen onthouden, hè…’
‘Mijn dokter zegt dat het een stofje is in je hoofd. Dat zit in je geheugen. Dan ga je naar de keuken en dan denk je: wat ging ik ook alweer doen?’
‘Ja, dat heb ik ook!’
‘Is vrij normaal als je ouder wordt, hoor.’
‘Nou, volgens hem komt dat omdat dat stofje dan nog in de kamer is. Dan moet je even wachten en dat weet je het weer.’
‘Huib Stappen?’
‘Nee, niet Huib Stappen.’
‘We kunnen toch gewoon Dinges zeggen. Meneer Dinges…, uit Dinges!’
Gelach.
‘Meneer Dinges… weet niet wat swing is…’
Geschater. Klinken van glazen.
‘Da’s een ouwe hit, van Eddy Christiano! Of niet? ‘
‘Nee joh!’
‘Nee…, maar het was wel een Eddy, dat weet ik zeker!’
‘Eddy Dinges dan maar.’
‘Ja. Uit Dinges.’
Gegiechel.
‘Luister, meiden, we blijven hier rustig zitten en wachten. Net zolang tot dat stofje langskomt. Proost!’