13. okt, 2016

Send in the clowns

Sapperdeflap, er rennen killerclowns door het land! Ze lopen in een clownspak te zwaaien met messen en hamers, om kinderen de stuipen op het lijf te jagen. Het is een rage, overgewaaid uit diverse Halloween vierende buitenlanden.

Nou zijn de meeste kinderen wel opgegroeid met griezelmomentjes: heksen, draken, spookhuizen, Harry Potter of K3... het was ze niet gauw te gek. Ze overleefden geheel of half wit geschminkte clowns als Popov, Pipo en Bassie en zelfs de hamburgerclown van MacDonalds. Maar deze horrorclowns, da’s even andere koek. 

Gewone clowns zou je al liever niet tegenkomen in een donker steegje, zelfs niet als volwassene. Noem mij gerust een lafaard, maar ik zou daarna toch ’s avonds even controleren of alle kasten op slot zitten en of er niet zo’n geschminkte engerd onder je bed ligt.

Bij kinderen kan een ontmoeting met zo iemand zelfs leiden tot een trauma, zeggen mensen die hebben doorgeleerd in de clownkunde. Coulrofobie, heb je dan. Wist je niet, hè? Geloof het of niet, maar er is een Nederlandse Clowns Universiteit, er is een World Clowns Association en er is een vakbond voor clowns. Clown zijn is een serieus beroep.

Horrorclowns hebben ook witgeverfde gezichten en rode lippen, soms ook een rode neusbol en te grote schoenen. Maar die maken niet vrolijk, ze maken bang. Of ze worden gelinkt aan ontucht, zoals toen in Oude Pekela, u weet wel.

Natuurlijk, je hebt Dopneussie of Kiekeboe, voor al uw kinderfeestjes. Blijf ze gerust inhuren. Maar er is meer, veel meer. Er zijn cliniclowns voor zieke kinderen, contactclowns voor bedrijven in zwaar weer, tevens geschikt om bijna-doden en dementen op te fleuren. Ik zou ze zelf meteen van mijn bed rossen, maar dat is persoonlijk.

En dan zijn er nog de rouwclowns.

Als de horrorclown het doodsbenauwde kind het ziekenhuis in heeft gestoken of gehamerd en de cliniclown hem ook niet meer kan redden, komt de rouwclown grinniken op zijn begrafenis.  Wat speelsheid brengen, noemde de eerste cliniclown het, de Belg Roelof van Wijngaarden. Met succes, de mensen stonden aan de groeve te huilen van het lachen als hij met bedroefd gezicht een lange zakdoek tevoorschijn toverde uit de hoed van de kraai. Hou es effe vast Mammaloe. Maar nu is ie dood, Roelof.

Hij was maar een clown, mensen, sprak de volgende rouwclown gevat bij zijn begrafenis. Want hij kreeg vele, vele opvolgers, waaronder een logische variant -de cremaclown. Die doet speelse dingetjes terwijl de loeiende ovenvlammen Tante Corry verassen.

Ach, het is werk. Ik zou ook allang blij zijn als ik een baan had en me rot lachen op elke begrafenis. En all the way to the bank.

Blijft de vraag: wie zijn die horrorclowns. Kinderhaters? Videovloggers? Jihadstrijders? Je weet het tegenwoordig maar nooit; iedereen is wel gefrustreerd over iets. Het wordt tijd voor een verbod op clowns, morren sommigen. De grenzen  moeten dicht voor clowns, alle clowns zijn eng. Die paar clowns verpesten het voor de rest, roepen anderen. Willen we méér of minder clowns? Iedereen staat op zijn achterste benen, noemt het een schande. Het lijkt wel de discussie rond Zwarte P…

O, wacht.

Dat hele sinterklaasfeest is al naar de ratsmodee geholpen, want de nieuwe schoorsteenveegpiet is niet langer anoniem. Dat werkt niet: de knoestige kop van Ome Gerrit moet worden dichtgeschminkt. Clowns, echter, zijn nog wél onherkenbaar.

Bingo.

We zetten die stoomboot met de sint erop vol met witgeverfde hulpjes met een rode neus en flapschoenen. Een vent in een jurk met een mijter op, honderd clowntjes eromheen, wat kan het een kind schelen. Als ze maar cadeautjes geven.

En niet met een mes lopen te zwaaien.

7. okt, 2016

Weg met ons

Afijn, dat de partij Denk! ons, de blanke bezetters van deze voormalige moerasdelta, weg wil hebben wisten we al. Maar nu moet ook onze blanke geschiedenis eraan geloven, zo meldt het partijprogramma. Een lichtgetinte afgevaardigde van de partij, want ze denken daar in huidskleuren, mocht het persoonlijk komen uitleggen in het praatprogramma van Pauw, een soort jongere Witteman. 

De Admiraal de Ruyterweg moet weg, betoogde de Denk!-man. En ook de Piet Heintunnel en de Coentunnel. Allemaal genoemd naar slavendrijvers, uitbuiters, zeerovers en ander rapalje. Het wordt tijd dat Nederland eens kritisch kijkt naar al die straatnamen die niet deugen. Voortschrijdend inzicht.

En ik moet eerlijk zeggen, hij heeft een punt. Natuurlijk, Denk! zou het liefst zien dat alles Mohammedplein, Fatimatunnel of Shariabrug wordt genoemd en dat de Euromast en de Domtoren reuzenminaretten worden. En wij niet. Maar er valt wat te zeggen voor het afschaffen van straatnamen die mensen nodeloos kwetsen.

Er is een nieuwe werkelijkheid ontstaan in dit land, wen er maar aan. Waarom moet een nieuwe Nederlander wonen aan de Pim Fortuynplaats in Rotterdam, genoemd naar een kale relnicht met moslimhaat? Je zal maar vijfde generatie indo zijn en in de Generaal Spoorstraat moeten wonen. Spoor, de man die duizenden ploppers liet afknallen in naam van Oranje! Ook zoiets, de Oranjestraat, weg ermee!

Maar ook de blanke slavendrijverszonen en kolonistendochters hebben dan natuurlijk recht op een goede straatnaam. Gelijke imams, gelijke tulbanden. Je zal maar wonen in de Multatulistraat, eren we die landverrader? Of aan de Spaanseweg: zijn we Alva en de inquisitie vergeten? Schande!

Alle kwetsbare figuren en beroepsslachtoffers moeten aan hun trekken komen, want we leven in een vrij land. Toch? Het moet voor iedereen leuk zijn om hier te wonen, in straten die niemand kwetsen.

Kijk nou eens in een Rotterdams stratenboekje, daar word je niet blij van: de Pelgrimsstraat, te katholiek; de Boezemsingel, te aanstootgevend; de Coen Moulijnweg, te links.

Ik zie een Bisschopstraat, godskolere, bisschoppen over de hele wereld hebben hun halve knapenkoor misbruikt! Zo weten we nu. Voortschrijdend inzicht. Moet een misbruikt kind daar willen wonen?

Welke gereformeerde wil wonen in de Darwinstraat, de man die notabene het bijbelse scheppingsverhaal ontkent! Kijk nou, de Van Nelleweg, een tabaksfabrikant die naar we nu weten heel Nederland aan de longkanker heeft gekregen. Waarom moet die massamoordenaar een straatnaam hebben? En hier, de Woensdrechtstraat, weet u wel dat op de vliegbasis daar stiekem kernbommen liggen? Daar ga je toch geen straat naar noemen?

Ik geef toe, ook ik liep weleens beschaamd door Ruinen, door een straat genaamd Voor de Blanken, maar je onderdrukte je gevoelens hè. Je wist nog niet beter

Nu wel, en het roer moet echt om. De Zendelingenweg, genoemd naar mannen die arme negertjes in Afrika dwongen om christelijk te worden, waardoor hun nakomelingen nu nóg verstijfd van angst gospels staan te heupwiegen in Amerikaanse kerken. Schande. Overal in het land ligt wel een Wagnerlaan, een eerbetoon aan nota bene de favoriete componist van Adolf Hitler! En over wijlen de Duitse korporaal gesproken: in Groningen ligt al jaren de Kleine Snor. Het is werkelijk te gek voor woorden, Denk! heeft groot gelijk.

En nou ik u toch spreek: wat moet je als alleenstaande vrouw in de Herenstraat; waarom is er geen Damesstraat, nergens?  De Zonnelaan, leuk als je huidkanker hebt!

Het is waar, we moeten omdenken. Maar hoe? Is er een voor iedereen aanvaardbaar compromis mogelijk. Ja, ik denk het wel. En ik heb het niet bij denken gelaten.

Vannacht heb ik in de zeeheldenbuurt in mijn woonplaats de verwerpelijke Admiraal de Ruyterlaan, de J.P. Coenstraat en de Piet Heinstraat omgedoopt tot respectievelijk: Turkenweg, Marokkanenweg en Antillianenweg.

Zo beter?

 

30. sep, 2016

Eerste emoties

Zit je nou alweer in mijn stukjes te neuzen? Hee, ga zelf wat schrijven!

Zo, dat lucht op. En het mag van onze minister-president, hè.

Als je je aan iets of iemand ergert, mag je gerust ‘Pleur op!’ roepen. Dat is een eerste reactie, iedereen zou dat doen, zei de hoogste functionaris van het land. Maar hij vergat om er sorry bij te zeggen. Zo reageerde hij ook al eens emotioneel toen Blonde Greet ‘Doe‘s normaal man!’ tegen hem riep. ‘Doe zélf eens normaal, man!’riep hij toen terug. Die zat. Nobody fucks with Mark Rutte.*

Een eerste emotionele reactie, zo probeerde de premier het volk uit te leggen is weliswaar niet goed te praten, maar is wel begrijpelijk.

Dat zeg ik: probeer het maar eens goed te praten.

Iedereen viel over hem heen, maar niemand staat stil bij de opluchting die zich heeft meester gemaakt onder velen van ons. Het gewone volk, ik dus, voelt zich bevrijd. Vooral in het voetbalstadion. Ik roep tegenwoordig weer vrolijk hondenlul tegen de scheids als die weer eens wat doet waaraan ik me erger. Een ander roept kankerjood tegen een Ajacied. Eerste reactie hè, had die man maar geen Ajacied moeten worden. Pardon? Ik, een kakkerlak? Je bent zélf een kakkerlak!

Terug naar de mores van het schoolplein. Heerlijk, hoe dat oplucht.  Dat je vanuit de onderbuik kankerhoer! tegen je vrouw kan roepen als ze thee heeft gemorst. Tot voor kort een belediging en een vernedering, maar volgens de Ina Boudier-Bakker van  de 21-ste eeuw is het slechts een begrijpelijke eerste emotie. Dat meen je niet echt, dat snapt iedereen, het moest er alleen even uit. Dat je er daarna bij je vrouw niet meer inkomt is een tweede; dan heeft ze het gewoon niet begrepen.

Op het Binnenhof maakt het niet uit of je iets roept dat goed is of fout. Je zegt daarna gewoon sorry en gaat door met je werk. Men noemt dat wel de sorrycultuur. De premier had zich hier in de Kamer gemakkelijk mee kunnen redden. Maar hij zei het niet. Hij vond zijn primair reactie juist heel begrijpelijk.

Laatst liep ik daar rond, zonder accreditatie. ‘Wegwezen hier!’, schreeuwde een bewaker tegen me. Hij kwam dreigend op me af. ‘Wees zelf weg!’ riposteerde ik gevat, indachtig de nieuwe politieke inzichten op het hoogste niveau. ‘Meent u dat?’ vroeg de man beteuterd. ‘Nee joh, dat was mijn eerste opwelling’, lachte ik ‘Het is eruit nu, natuurlijk moet ik hier weg, jij doet je werk goed. Sorry.’ Hij ontspande, tikte aan zijn pet en liet me verdergaan.

Zie, sorry, dat woord begrijpen ze daar. Op een prominente plek in de wandelgangen hangt een koekoeksklok waaruit elk uur een vogeltje komt. Dat vogeltje roept geen ‘koekoek!’, maar ‘sorry!’. De hele dag door, de hele en de halve uren, tot aan middernacht toe.

Tot gisteravond. Toen kwam er iemand langs, vermiljoenrood en kobaltblauw van ergernis, kneep het vogeltje de hals dicht en smeet het op de grond. Passanten keken hem verbijsterd aan. ‘Sorry…’, zei hij toen. ‘Eerste opwelling.’ En iedereen knikte. ‘Heel begrijpelijk’, zeiden ze tegen elkaar.

 

*Gelieve deze opmerking niet letterlijk te nemen. Sorry.

 

27. sep, 2016

Afvalbakmuziek

In Antwerpen zijn vuilnis-jukeboxen een doorslaand succes. De afgelopen periode stonden er daar afvalbakken in de vorm van een jukebox; als je daar wat ingooide klonk er muziek! 

Da’s nog eens wat anders dan dat saaie Efteling-gedoe: ‘Papier hier!’ ‘Dankuwel’… 

Pfff. Hopeloos ouderwets. Holle Bolle Gijs eat your heart out!

In Antwerpen was een stukje afvalbeleving toegevoegd aan het straatbeeld en de mensen waren er gek op. Want de muziek maakte rustig en vrolijk. Ieder met zijn eigen smaak, dat wel natuurlijk.Wat? Nee, ik weet ook niet welke liedjes er uit die Antwerpse vuilnisbakken kwamen: Dirty Dancing? Raps van voorheen Kleine Viezerik?

Amai.

Maakt mij eigenlijk niet uit. Ik vind het al mooi dat uit zoiets smerigs als een prullenbak iets leuks gerecycled wordt. Wij Nederlanders moeten dat idee omarmen, overnemen. En dan gelijk maar personaliseren, zou ik zeggen. Als Google en Fasebook het kunnen, kan de afvaljukebox het ook. Ieder zijn eigen liedje of melodietje.

Wie houdt van wat stevigers kan bij elke opgeraapte hondendrol die hij in de vuilnisbak deponeert een stukje horen van de Zwitserse garagerockband The Shit. Of voor de andersdenkenden lekker een ouwetje: gewoon Willy Alberti met Moeder hoe kan ik je danken, als je je na een mooie begrafenis je doorgesnoten tissue in de bak gooit.

In Groningen klinkt uit de bakken dan natuurlijk Grof vuil van de lokale beroemdheid Pé Daalemmer. Ik verzin die namen en titels niet, hè.

Nou is het níet zo dat bij zoiets smerigs als een afvalbak alleen geput mag worden uit het eindeloze reservoir aan vieze liedjes of melodietjes, zoals sommigen denken. Die verwachten op dit niveau misschien louter klassiekers als De pruimenpolka van Dikke Leo, Angelique met Vader wat klotsen je ballen of het in kleine kring evenzeer populaire Pak jij maar een opblaaspop van Mientje Potent. En niet te vergeten: Mijn eigen kietelaar van Natte Sjaan.

Pure viespeukerij.

Echt, daarmee zouden we de latente pracht van de afvalverwerkende industrie tekort doen. Mensen die zo denken over prullenbakken zien niet de schoonheid, die juist  kan ontstaan als je van een prullenbak een jukebox maakt. Wat is er mooier dan de Vijfde Symfonie van Beethoven of Time to say goodbye door André Rieu te horen opklinken, alleen maar omdat jij net je gebruikte condoom achteloos in een bak hebt gegooid.

Het is de nieuwe trend, hè. Alles met alles combineren. Je kunt tegelijk een frikadel en kroket eten: dan bestel je  een krokodel. Een beetje boekhandel heeft een eigen restaurant, je kunt je haar laten knippen bij de wasserette, zaken doe je op de sporttribune. Enzovoorts.

Als het multicultureel niet lukt, dan moet het maar multifunctioneel.  Rustig en vrolijk. Kom maar op met die afvalbakmuziek.

19. sep, 2016

Echte Nederlanders

‘Ha, daar zijn jullie.’ ’Kon je ’t vinden?’ ‘Net op tijd voor de bui!’ ’Ja, het dreigt al de hele dag.’ ‘’t Is maar een buitje voor het stof…’ ‘Van mij mag het nog wel even zo blijven, hoor.’ ‘Och, het meeste valt ernaast.’

 

‘Nou kom gauw binnen, hier brandt de kachel.’ ’Beter de kachel dan het huis!’ ‘Zo is 't, alles goed verder?’ ‘Ja hoor, met jullie?’ ‘Ja, ook alles kits achter de rits.’ ’We zijn toch niet de eersten?’

‘Let niet op de rommel.’ ‘Breek je nek voorzichtig.’ ’Hadden jullie al koffie gehad?’ ‘Nou… als je nog hebt…’ ’Ik zet wel even.’ ’Je hoeft niet speciaal voor mij te zetten, hoor!'

 

Wij zijn het gelukkigste volk ter wereld, op Zwitserland na, las ik op nu.nl Je hoeft maar een microfoontje bij willekeurige Nederlandse gesprekken te zetten en je weet dat het waar is. Alledaagse gesprekken vol van klein geluk.

 

‘Kijk eens wat tante voor je heeft meegebracht?’ ’Het mag geruild worden, hoor.’ ‘En wat zég je dan?’ 'Dat je er nog maar lang plezier van mag hebben.’ ‘Voor je ’t weet ben je oud.’ ’Jij wordt ook al aardig kaal.’ ’Maar waar geen haren zitten, zitten hersens!’

 

Ooit zullen strenge leermeesters op inburgeringscursussen deze teksten als lesmateriaal gaan gebruiken. Het is the finishing touch voor de nieuwe Nederlander, die wil deelnemen aan het Nederland met eigen grenzen, al bijna losgetrokken van Europa. De vrijgevochten oer-Hollander.

 

Ja, jongens en meisjes, we hebben ons door de jaren heen ontworsteld aan de Spaanse inquisitie, onze Michiel de Ruyter heeft de Engelsen in de pan gehakt op hun eigen zee, we hebben een tiendaagse veldtocht tegen de Belgen moeten voeren en twee wereldoorlogen tegen de Duitsers om te bereiken wat we hebben bereikt. Wij lopen op historische grond. Je mag je Nederlander noemen, omdat je hier bent geboren en historisch besef hebt meegekregen van je voorvaderen. Zodat je weet hoe het er hier, achter de blanke top der duinen, aan toe gaat.

 

Maar je bent pas echt een Nederlander als je dit soort gesprekken moeiteloos gaande kunt houden.

 

‘Nou, ik ga eens kijken of mijn huis er nog staat.’ ’Tja, de trein wacht niet op je, hè.’ ‘Ja en morgen weer vroeg dag.’ ‘Leuk dat je geweest bent!’ ‘Ik kom er zelf wel uit,hoor.’ ‘Het is nog steeds nat, loop maar tussen de druppels door.’ ’Ja hoor, we zijn niet van suiker.’ ’Zet wat op je hoofd, anders ben je zo weer verkouden.’ ‘Kom het maar eens terughalen!’ ‘Ik hoor je bed al roepen.’ ’Nou daaaag!’

‘Was gezellig!’