Send in the clowns
Sapperdeflap, er rennen killerclowns door het land! Ze lopen in een clownspak te zwaaien met messen en hamers, om kinderen de stuipen op het lijf te jagen. Het is een rage, overgewaaid uit diverse Halloween vierende buitenlanden.
Nou zijn de meeste kinderen wel opgegroeid met griezelmomentjes: heksen, draken, spookhuizen, Harry Potter of K3... het was ze niet gauw te gek. Ze overleefden geheel of half wit geschminkte clowns als Popov, Pipo en Bassie en zelfs de hamburgerclown van MacDonalds. Maar deze horrorclowns, da’s even andere koek.
Gewone clowns zou je al liever niet tegenkomen in een donker steegje, zelfs niet als volwassene. Noem mij gerust een lafaard, maar ik zou daarna toch ’s avonds even controleren of alle kasten op slot zitten en of er niet zo’n geschminkte engerd onder je bed ligt.
Bij kinderen kan een ontmoeting met zo iemand zelfs leiden tot een trauma, zeggen mensen die hebben doorgeleerd in de clownkunde. Coulrofobie, heb je dan. Wist je niet, hè? Geloof het of niet, maar er is een Nederlandse Clowns Universiteit, er is een World Clowns Association en er is een vakbond voor clowns. Clown zijn is een serieus beroep.
Horrorclowns hebben ook witgeverfde gezichten en rode lippen, soms ook een rode neusbol en te grote schoenen. Maar die maken niet vrolijk, ze maken bang. Of ze worden gelinkt aan ontucht, zoals toen in Oude Pekela, u weet wel.
Natuurlijk, je hebt Dopneussie of Kiekeboe, voor al uw kinderfeestjes. Blijf ze gerust inhuren. Maar er is meer, veel meer. Er zijn cliniclowns voor zieke kinderen, contactclowns voor bedrijven in zwaar weer, tevens geschikt om bijna-doden en dementen op te fleuren. Ik zou ze zelf meteen van mijn bed rossen, maar dat is persoonlijk.
En dan zijn er nog de rouwclowns.
Als de horrorclown het doodsbenauwde kind het ziekenhuis in heeft gestoken of gehamerd en de cliniclown hem ook niet meer kan redden, komt de rouwclown grinniken op zijn begrafenis. Wat speelsheid brengen, noemde de eerste cliniclown het, de Belg Roelof van Wijngaarden. Met succes, de mensen stonden aan de groeve te huilen van het lachen als hij met bedroefd gezicht een lange zakdoek tevoorschijn toverde uit de hoed van de kraai. Hou es effe vast Mammaloe. Maar nu is ie dood, Roelof.
Hij was maar een clown, mensen, sprak de volgende rouwclown gevat bij zijn begrafenis. Want hij kreeg vele, vele opvolgers, waaronder een logische variant -de cremaclown. Die doet speelse dingetjes terwijl de loeiende ovenvlammen Tante Corry verassen.
Ach, het is werk. Ik zou ook allang blij zijn als ik een baan had en me rot lachen op elke begrafenis. En all the way to the bank.
Blijft de vraag: wie zijn die horrorclowns. Kinderhaters? Videovloggers? Jihadstrijders? Je weet het tegenwoordig maar nooit; iedereen is wel gefrustreerd over iets. Het wordt tijd voor een verbod op clowns, morren sommigen. De grenzen moeten dicht voor clowns, alle clowns zijn eng. Die paar clowns verpesten het voor de rest, roepen anderen. Willen we méér of minder clowns? Iedereen staat op zijn achterste benen, noemt het een schande. Het lijkt wel de discussie rond Zwarte P…
O, wacht.
Dat hele sinterklaasfeest is al naar de ratsmodee geholpen, want de nieuwe schoorsteenveegpiet is niet langer anoniem. Dat werkt niet: de knoestige kop van Ome Gerrit moet worden dichtgeschminkt. Clowns, echter, zijn nog wél onherkenbaar.
Bingo.
We zetten die stoomboot met de sint erop vol met witgeverfde hulpjes met een rode neus en flapschoenen. Een vent in een jurk met een mijter op, honderd clowntjes eromheen, wat kan het een kind schelen. Als ze maar cadeautjes geven.
En niet met een mes lopen te zwaaien.