Oranje aan zee
Zo woonde ik de afgelopen maanden in Spanje, in zo’n airbnb-huis tussen de gewone Spanjolen. Maar dat valt ook niet mee, hoor. Je voelt je daar toch, ja… ik weet het niet, je hoort er niet echt bij, hè. Dan loop je naar je huisdeur in je korte broek en je sandalen met witte sokken en je voelt gewoon: ze moeten me niet. En als je beleefd vraagt in een bar of de muziek misschien een decibel of vijftig zachter kan of dat het voetbal een keer uit mag, ben je meteen weer die vreemdeling, hè, die onaangepaste Hollander. Die zo nodig met ontbloot bovenlijf Hazes wil horen.
Alsof het je niet gegund wordt om af en toe een patatje oorlog te eten uit je eigen Hollandse winkel. Of een stroopwafel of met de feestdagen een harinkje met korenwijn. Leve onze culinaire cultuur! Waarom staat er trouwens nooit een haringkar op de boulevard hier? Is ons eten soms niet goed genoeg? Ik zal het je zeggen: omdat ze dat hier beschouwen als een achterlijke manier van dineren. Nee, tussen de middag je volproppen met enge sprietbeesten uit zee en dan met drie flessen streekwijn in je mik een uur of twee gaan liggen–dat zal een goede gewoonte zijn! Noem mij dan maar een calvinist, maar ik laat onze normen en waarden niet achter in mijn vaderland.
We worden al vreemd aangekeken als we met onze rood wit blauwe vlaggen willen wapperen op Koningsdag, om onze solidariteit te tonen aan de Koning. Ónze koning, ja, en niet die van Hispanje! Landgenoten hier die voor de republiek zijn slaan we meteen de hersens in. Waarom krijgen we trouwens niet gewoon een dubbele nationaliteit, zoals dat in andere landen wel gebeurt, dan kunnen we twee keer stemmen en van twee walletjes eten. Paella met patat. Maar dat willen ze niet, de chauvinisten. Nou, wij zijn hier en wij blijven hier, wen er maar aan. Wij hebben dit gebied geweldloos veroverd, gewoon door wat binnengrenzen over te steken en onze plek te claimen. Geen soldaat ontmoet onderweg. Is dat onze schuld?
Natuurlijk is in ons vaderland alles beter, maar we willen niet terug. Want hier kunnen wij goedkoper huren en bijna voor niks bier en wijn hijsen. Ons eigen land is te duur geworden. In feite zijn wij economische vluchtelingen, die geholpen moeten worden om hier een nieuw, goedkoper leven op te bouwen.
Maar je kunt niet van ons verwachten dat alleen wij ons maar blijven aanpassen. Er is nog veel werk aan de winkel om die Spanjolen respect bij te brengen voor onze levenswijze, ze snappen nog niet hoe het leven Amsterdam style geleefd moet worden. Zonder Maria of desnoods alleen in sobere, protestante kerken. Wat moeten wij met al die verfoeilijke processies? Die discrimineren ons goddelozen, we hebben daar last van; onze kinderen komen huilend thuis omdat ze op school worden bespuwd en nageroepen: ‘Hereje sucia!’ Nee, hard werken, op tijd naar bed en weinig vertier. Zo hoort het.
Het recht om te schelden op ons nieuwe land moet hier in de grondwet. En dat gedoe met stieren en andere rare sporten stemmen we wel weg, als we hier eenmaal met genoeg zijn. Het is toch te gek dat wij nu moeten fierljeppen, hanen trekken en klootschieten in aparte ruimtes! En we blijven toch echt via een goedkoop kastje kijken naar Heel Holland bakt, Koffietijd en Boulevard. Cultuur, hè, zo houden wij onze band met het vaderland in stand.
Het is een kwestie van tijd voor we hier een eigen politieke partij oprichten, Oranje in Spanje. Zodat we in Madrid kunnen pleiten voor gaybars, wietshops, bierfietsen en elke jaar een nichtenparade in de haven. Een beetje respect tonen, graag. Voetbalvandalisme, straattuig, haatmails –ik heb het allemaal zo gemist. Want ja, het is hier nog beschaving, joh. De democratie is er relatief jong, dus ze luisteren nog naar meerderheden. Wij kunnen wel een Hollandse sinterklaas in de straten willen, maar we worden weggestemd. De meerheid bepaalt. Belachelijk. Zo zijn wij niet opgevoed.
En dan die culturele profilering. De politie houdt ons extra in de gaten, alleen maar omdat we ’s nachts stomdronken over straat lopen. Ze snappen niet dat dat bij ons vrijheid is. Geen Spanjaard die preventief wordt aangesproken ’s nachts, alleen wij. Ze doen net of wij allemaal criminelen zijn, omdat er toevallig in Marbella weleens wat Hollandse hasjpenose wordt opgepakt. Moeten wij daarmee over één kam worden geschoren?
Ach, donder dan toch op, zei iemand vorige week in het Spaans. Ga naar je eigen land! De haat straalde uit zijn ogen. Nou, toen ben ik maar weggegaan. Heerlijk, die donkere winter hier.